maandag, juni 05, 2006

LULA GAAT MET RUIME VOORSPRONG HET WK IN

SÃO PAULO, 05/06/2006 – Aan de vooravond van het WK voetbal in Duitsland, dat Brazilië voor zeker één maand zal platleggen, heeft de Braziliaanse president Luis Inácio Lula da Silva in alle peilingen voor de presidentsverkiezingen van oktober een comfortabele leiding genomen. Drie opeenvolgende metingen van drie verschillende instituten laten zien dat de aanhang van de president groeit en dat als de trend doorzet, Lula al in de eerste ronde zal worden herkozen als president van het grootste land van Zuid Amerika.

De laatste peiling op 2 juni, gehouden door het onderzoeksinstituut Vox Populi, geeft de zittende president 49% van de stemmen in de eerste ronde tegenover 23% voor zijn belangrijkste rivaal, ex-gouverneur van São Paulo Geraldo Alckmin. Het resultaat bevestigt de metingen van twee andere onderzoekinstituten, Datafolha (Lula 43% in de eerste ronde) en Ibope (Lula 48% in de eerste ronde), die hun gegevens de afgelopen twee weken publiceerden. Om in de eerste ronde herkozen te worden moet Lula een absolute meerderheid behalen.

Precies een jaar geleden leken de kansen voor de herverkiezing van president Lula in rook op te gaan, bij het uitbreken van een groot corruptieschandaal in zijn eigen arbeiderspartij, o Partido dos Trabalhadores (PT). De PT wordt er onder anderen van beschuldigd parlementariërs te hebben omgekocht in ruil voor steun in het congres.

Maar de relatief gunstige ontwikkeling van de Braziliaanse economie en de substantiële uitbreiding van sociaal-economische programma’s gericht op de armere lagen van de bevolking, heeft de zittende president een robuuste electorale basis verschaft. Na maanden lang te hebben gewankeld onder ernstige verdenkingen van corruptie, lijkt Lula sinds begin 2006 daardoor een immuniteit te hebben ontwikkeld voor alle beschuldigingen. De positieve prognoses voor de Braziliaanse economie dragen verder bij aan de kansen voor president Lula.

donderdag, juni 01, 2006

BRAZILIAANSE ECONOMIE GROEIT 1,4% IN HET EERSTE TRIMESTER

SÃO PAULO, 01/06/2006 – Het Bruto Nationaal Product (BNP)van Brazilië is in het eerste trimester van 2006 met 1,4% gegroeid in vergelijking met het laatste trimester van 2005. Dat is het beste resultaat voor de Braziliaanse economie sinds het derde trimester van 2004 toen het BNP een groeicijfer van 1,7% liet zien. Volgens het Braziliaanse instituut voor statistiek IBGE zijn de positieve cijfers van begin 2006 te danken aan de expansie van de interne markt en een toename in de investeringen. Dit staat in contrast met de afgelopen jaren toen de economische groei van Brazilië bijna volledig kon worden toegeschreven aan de toename van de export.

Het meest hoopgevende signaal voor de Braziliaanse economie is de sterke toename in investeringen. In vergelijking met het trimester ervoor stegen deze met 3,7%. Investeringscijfers zijn een goede indicator voor het vertrouwen van ondernemers in de economie en versterken de kansen voor toekomstige groei. De stijging is voornamelijk het gevolg van de dalende rentestand in Brazilië. Gisteren verlaagde de centrale bank van Brazilië voor de achtste achtereenvolgende keer de rentestand naar 15,25%.

De exportsector in Brazilië lijkt echter te stagneren. In het eerste trimester van 2006 groeide de uitvoer maar met 3,6% terwijl de import in dezelfde periode met 11,6% steeg. Deze verschuiving in de handelsbalans zorgde ervoor dat de in- en uitvoer van goederen en diensten met een half procentpunt negatief heeft bijgedragen aan de ontwikkeling van het BNP. De voornaamste oorzaak voor de afkoeling van de Braziliaanse exportsector is de sterke stijging in 2005 van de Braziliaanse nationale munt, de real, ten opzichte van de euro en de dollar. Braziliaanse producten en diensten zijn daardoor duurder geworden in de wereldmarkt.

In vergelijking met andere opkomende economieën loopt Brazilië ook met de goede groeicijfers achter. Als het eerste trimester van 2006 wordt vergeleken met dezelfde periode in 2005 dan laat het land een groei van 3,4% zien. Andere belangrijke ontwikkelingslanden laten een veel expressievere economische groei zijn. China, India, Venezuela en Argentinië groeien allen ruim boven de 8%.

Desondanks zijn de economische cijfers van het eerste trimester een opsteker voor president Lula. De prestaties van de Braziliaanse economie zullen zijn voornaamste wapen zijn in de aanstaande presidentsverkiezingen van oktober. Lula noemde de cijfers dan ook “fantastisch nieuws”.

dinsdag, mei 30, 2006

OVERSCHOT HANDELSBALANS BRAZILIË VERMINDERT

SÃO PAULO, 30/05/2006 – Het cumulatieve overschot op de handelsbalans (verschil tussen export en import) van Brazilië is deze maand voor het eerst onder het resultaat van 2005 gedoken. Tot nu toe heeft Brazilië in 2006 voor U$ 15,214 miljard meer geëxporteerd dan geïmporteerd. In 2005 bedroeg dat saldo nog U$ 15,429 miljard. De sterke real, de nationale munt van Brazilië, wordt aangewezen als de hoofdschuldige voor het afnemende overschot op de Braziliaanse handelsbalans.

Braziliaanse exportbedrijven klagen al langer dat de sterke real hun competitiviteit aan het aantasten is, maar tot nu toe werden hun klachten niet door de cijfers ondersteund. In de maand mei van 2006 is echter gebleken dat de import van Brazilië veer sterkere groei vertoont dan de export. Het recordoverschot op de handelsbalans van 2005, U$ 44 miljard, zal in 2006 onmogelijk worden herhaald.

Om de opmars van de Braziliaanse real te stuiten, maakt de Braziliaanse regering intussen aanstalten om de regels voor de valutahandel te veranderen. De president van de Centrale Bank, Henrique Mereilles, verklaarde gisteren dat “Brazilië zijn wetgeving moet aanpassen aan de nieuwe realiteit van een geglobaliseerd Brazilië”. Exportbedrijven zijn tot nu toe gedwongen om hun vreemde valuta binnen 210 dagen om te zetten in Braziliaanse reais. De regels en eisen hiervoor zullen naar alle waarschijnlijkheid worden versoepeld.

woensdag, mei 24, 2006

AUTORITEITEN VERANDEREN OFFICIELE CIJFERS

SÃO PAULO, 24/05/2006 – In de nasleep van de ongekende golf aanslagen die door bendeleden van de criminele factie PCC is ontketend op de veiligheidsdiensten van de Braziliaanse deelstaat São Paulo, wringen de autoriteiten zich in allerlei bochten om het grote aantal omgekomen ‘verdachten’ te verklaren. Van de ene op de andere dag heeft de regering van de deelstaat de officiële cijfers bijgesteld. In de nieuwste versie zijn er 79 mensen omgekomen in confrontaties met de politie die in verband stonden met de aanslagen van vorige week. Eergisteren rapporteerde het ministerie van openbare veiligheid van São Paulo nog 110 omgekomen ‘verdachten’.

De overgebleven 31 doden hebben geen verband met de aanslagen van de PCC, aldus het ministerie voor openbare veiligheid. Verschillende overheidsdiensten hebben echter verschillende verklaringen voor deze doden. Volgens de minister voor openbare veiligheid van São Paulo, Saulo Castro Abreu Filho, waren in de eerste cijfers gewone geweldsdelicten meegenomen. “In eerste instantie hebben we alle lichamelijke verwondingen met dodelijke afloop meegenomen, zelfmoord, het maakt niet uit”, zegt Abreu Filho.

De hoofdcommissaris van de politie, Elizeu Eclair Texeira, geeft echter een andere, tegenstrijdige verklaring. Volgens hem zijn alle 31 doden gevallen bij confrontaties met de politie bij ‘gewone’ misdaden. “Het zijn gevallen van verzet met dood als gevolg bij overvallen op barretjes, banken en woningen”, aldus Texeira.

Tot nu toe hebben de autoriteiten geen namen bekend gemaakt van de omgekomen ‘verdachten’. Dat zou de privacy van de betrokkenen schaden en het politieonderzoek verstoren. Het openbaar ministerie van Brazilië heeft de regering en politie van São Paulo echter een termijn van 72 uur gegeven om deze gegevens openbaar te maken. Meteen na het ultimatum van het OM hebben de autoriteiten van de deelstaat hun officiële cijfers bijgesteld.

maandag, mei 22, 2006

MIST HANGT ROND POLITIEGEWELD SÃO PAULO

SÃO PAULO, 22/05/2006 – De autoriteiten proberen een scherm op te trekken rond de reactie van de politie op de bendeterreur in de Braziliaanse deelstaat São Paulo. Ze slagen er echter niet in om de verdenkingen weg te nemen dat de politie de afgelopen week een ware slachting heeft aangericht in de stedelijke regio São Paulo. Zorgwekkende berichten en cijfers duiden erop dat doodseskaders zwerven over voornamelijk de armere wijken van deze miljoenenstad

Sinds bendeleden van de Primeiro Comando da Capital (Eerste Commando van de Hoofdstad, PCC) vorige week een ongekende golf aanslagen hebben ontketend op de justitiële diensten, het openbaarvervoer netwerk en de banken van de rijkste en dichtstbevolkte deelstaat van Brazilië, zijn er volgens het ministerie voor openbare veiligheid van São Paulo tenminste 109 verdachten omgekomen bij confrontaties met de politie. De autoriteiten weigeren echter de identiteit van deze verdachten vrij te geven en zwijgen over het tijdstip en de plaats van de confrontaties. Het openbaar maken van deze gegevens zou een inbreuk zijn op de privacy van de slachtoffers en tevens het politieonderzoek verstoren, aldus het ministerie voor openbare veiligheid.

Hoewel de officiële cijfers al onrust baren, blijken de gegevens die door de autoriteiten zijn vrijgegeven bovendien niet te rijmen met de statistieken van mortuaria. Een artikel van de krant Folha de São Paulo maakte gisteren bekend dat er sinds de start van de gewelddadigheden 272 slachtoffers van vuurwapengeweld zijn binnengebracht bij verschillende lijkenhuizen. Als van dat aantal worden afgetrokken de officiële cijfers - de autoriteiten meldden eergisteren 138 doden in verband met de aanslagen - en de normale weekgemiddelden – in São Paulo komen er per week 65 mensen om door vuurwapengeweld – dan blijven er nog 69 doden over die om een verklaring vragen.

Boven op de cijfers komt een hele reeks ooggetuigenverslagen van in het zwart geklede mannen met bivakmutsen die jonge mannen in armere wijken standrechtelijk executeren. Bewoners van het huizencomplex Filhos da Terra in noord São Paulo verklaren dat ze maandag 14 mei zes gemaskerde mannen uit een politieauto zagen stappen waarna ze de 22jarige Ricardo Flauzino neerschoten. Na de executie zouden de mannen terug naar de auto zijn gegaan, hun maskers en zwarte kleren hebben uitgetrokken en in politie-uniform zijn teruggekeerd. Vervolgens boden ze de bewoners aan het slachtoffer naar het ziekenhuis te brengen en verwijderden ze de kogelhulzen die over de grond verspreid lagen.

In een soortgelijk incident werden vorige week zondag vijf jonge mannen doodgeschoten door gemaskerde mannen in de wijk São Matheus. Geen 10 minuten nadat de mannen waren vermoord, verschenen er volgens ooggetuigen drie politiewagens en begonnen agenten de lijken en de kogelhulzen te verwijderen van de plek van de misdaad.

De gouverneur van São Paulo, Cláudio Lembo, zei gisteren voor het eerst dat er ‘misschien’ onschuldige slachtoffers zijn gevallen bij de reactie van de politie op de aanslagen van de PCC.

vrijdag, mei 19, 2006

EEN OVERLOPEND AFVOERPUTJE

Afgelopen dinsdag reed een terreinwagen van de ROTA – de commando-eenheid van de Braziliaanse politie – stapvoets over de Avenida Paulista, het financiële hart van de miljoenenstad São Paulo. Zes tot de tanden gewapende agenten keken grimmig uit het raam, alsof ze wilden zeggen: ‘kom maar op’. De honderden Paulistanos die van hun werk naar huis gingen, stapten stevig door en deden net alsof ze die bundeling van zware munitie en gestresste, onderbetaalde agenten, niet zagen. Bij het oversteekpunt ontweken alle omstanders de blikken van de agenten. Zelf staarde ik nietsvermoedend naar de terreinwagen, nieuwsgierig naar de houding van de inzittenden, hun bewapening. De wagen verminderde vaart, stond bijna stil. Voor een tel waren alle blikken op mij gericht. Tot ook ik deed wat van mij verwacht werd: ik keek onderdanig naar de grond.

In het weekend ervoor hadden bendeleden van de Primeiro Comando da Capital (Eerste Comando van de Hoofdstad, PCC) een golf van terreur ontketend op de justitiële diensten, het openbaarvervoer netwerk en de banken van de deelstaat São Paulo. Tientallen politieagenten afgeknald in hun auto’s, voor hun huizen, in hun stamkroegen. Honderden stadsbussen in de fik gestoken. Langzaam veranderde de ingehouden angst van de Paulistanos in uitgesproken paniek, tot de geruchten oncontroleerbaar over deze monsterlijk grote stad rolden. “Ze gaan het vliegveld opblazen”, “er wordt een avondklok ingesteld”.

São Paulo was lamgelegd. Wij, de bewoners van de grootste stad van Zuid Amerika, maakten mee wat intimidatie werkelijk is; wat het betekent als je fundamentele burgerrechten louter op papier bestaan; wat het verschil is tussen een diffuse dreiging en tastbaar gevaar. Deze week, kortom, proefden alle bewoners van São Paulo even van het leven van de miljoenen arme Brazilianen die in de grote stedelijke agglomeraties als tweederangsburgers zijn opgehokt in sloppenwijken.

Want de aanslagen die door de PCC zijn gepleegd, vertegenwoordigen in feite niets meer dan de doorbraak van een onzichtbare barrière, een scheur in de scheiding der werelden. Een ongekende en barbaarse aanval op de Braziliaanse rechtsstaat worden ze genoemd. Maar dat is de halve waarheid. Barbaars, dat zijn de aanslagen inderdaad, maar ongekend zijn ze alleen in de bovenwereld van shoppingmalls en vakantiehuisjes, privé-scholen en hermetisch afgesloten appartementcomplexen. In de onderbuik van Brazilië, waar één derde van de bevolking voor een bestaan vecht, is deze barbaarsheid alledaags.

In de sloppenwijken en overvolle gevangenissen van Brazilië geldt namelijk de wet van de jungle. De rechtsstaat, voor zover je in dit land van een rechtsstaat kunt spreken, heeft nooit een poging gedaan om tot deze sferen door te dringen. Drugsbendes en psychopaten beschikken er over leven en dood en de politie komt er alleen om te onderdrukken, te moorden of om dubieuze zaakjes te doen. De moordcijfers in Braziliaanse sloppenwijken overtreffen dan ook die van veel oorlogsgebieden. In Rio noemen de favelados bijvoorbeeld hun wijken in een vorm van sarcastische liefkozing: gazastrook.

Is het dus een verrassing dat dit weekend in São Paulo het afvoerputje is overgelopen? Dat is inderdaad een retorische vraag. Het mag een wonder heten dat dit intens ongelijk land de afgelopen vijf eeuwen niet is afgezakt in de oorlog en de chaos. Een wonder die voor een groot deel kan worden toegeschreven aan een volledig apolitieke bevolking. De onvrede heeft geen kristaliseringspunt. Dat is de vloek en de zegen van Brazilië

De politie is inmiddels met nauwelijks verhulde wraaklust begonnen om de ‘stront’ weer het riool in te vegen. 161 doden worden er geteld sinds de start van de ongeregeldheden op vrijdagavond. 107 daarvan zijn zogenaamde verdachten. De autoriteiten maken geen namen bekend, geen plaats of tijd van handeling, het enige wat er wordt gezegd is dat de verdachten zijn omgekomen bij ‘confrontaties’. ‘Take no prisoners’ lijkt het motto te zijn en de rest van Brazilië kijkt onderdanig naar de grond.

woensdag, mei 17, 2006

NA DE BENDETERREUR, DE POLITIETERREUR

SÃO PAULO, 17/05/2006 – Na de ongekende golf aanslagen van bendeleden op de justitiële diensten en civiele doelen van de Braziliaanse deelstaat São Paulo, lijkt de Braziliaanse politie te reageren zoals het meestal reageert: met extreem geweld en in het wilde weg. Sinds het begin van de aanslagen die worden toegeschreven aan de criminele factie PCC zijn er 73 verdachten doodgeschoten door de verschillende politiediensten van São Paulo. 33 daarvan kwamen om in de nacht van maandag op dinsdag, toen er al nauwelijks aanslagen gemeld werden. Sinds de start van de gewelddadigheden afgelopen vrijdag zijn inmiddels 134 mensen om het leven gekomen.

Het ministerie van openbare veiligheid van de deelstaat São Paulo verklaart dat alle 73 dodelijke slachtoffers bij de ‘confrontaties’ met de politie, banden hadden met de PCC of anderszins betrokken waren bij de aanslagen. Het ministerie laat echter na, ondanks herhaald verzoek van verschillende nieuwsmedia, om de identiteit van de slachtoffers te openbaren, waar en hoe ze zijn omgekomen en of ze een strafblad hadden. De gouverneur van de deelstaat, Cláudio Lembo, zegt dat zijn regering niets te verbergen heeft: “We zijn in oorlog, we hebben geen tijd gehad [om de gegevens] openbaar te maken”.

Sommige verslagen zijn echter verontrustend. In enkele gevallen wordt melding gemaakt van standrechtelijke executies. In één geval, bijvoorbeeld, zouden volgens ooggetuigen twee jonge mannen door een terreinwagen van de Braziliaanse politie zijn klemgereden, waarna gemaskerde mannen uitstapten en de twee op hun knieën dwongen. Vervolgens werd één van hen verschillende malen door het hoofd geschoten. Het lot van de andere man is onbekend.

dinsdag, mei 16, 2006

RELATIEVE RUST KEERT TERUG IN METROPOOL SÃO PAULO

SÃO PAULO, 16/05/2006 – De Braziliaanse miljoenenstad São Paulo is vandaag ontwaakt in relatieve rust. De bussen rijden normaal, mensen gaan naar hun werk en de verkeerschaos is niet groter dan op elke andere dinsdag. Maar maandag was het plaatje anders. Een ongekende reeks aanslagen op politiedoelen, het openbaarvervoer netwerk en banken, veroorzaakte een golf van paniek en verlamde de grootste stad van Zuid Amerika.

De invloedrijke krant Folha de São Paulo meldt dat na twee dagen onderhandelingen, de top van de PCC – de criminele factie die verantwoordelijk wordt gehouden voor de aanslagen - haar leden via mobiele telefoons heeft bevolen de gewelddadigheden te staken. De regering van de deelstaat São Paulo ontkent met de PCC een staakt-het-vuren te hebben besproken. “We onderhandelen niet met bandieten”, verklaarde de directeur van de georganiseerde misdaaddivisie (DEIC). Desalniettemin zijn de massale gevangenisopstanden van het ene op het andere moment opgehouden en worden er dinsdag nauwelijks incidenten gemeld.

De afgelopen vier dagen hebben meer dan 274 aanslagen een spoor van bloed en verderf achtergelaten in de rijkste- en dichtstbevolkte deelstaat van Brazilië. Op dinsdagochtend stond de teller op 94 doden, 96 afgebrande stadsbussen, 31 vernielde bankfilialen en 49 gewonden. De aanslagen zouden een reactie zijn van de criminele factie PCC op een poging van de autoriteiten om de gevangen leiders van de bende te isoleren in zwaarbeveiligde detentiecentra.

maandag, mei 15, 2006

BENDETERREUR IN SÃO PAULO

SÃO PAULO, 15/05/2005 – 72 dodelijke slachtoffers, de meesten werkzaam bij verschillende justitiële diensten van São Paulo, meer dan 76 afgebrande stadsbussen, acht vernielde bankfilialen en massale gevangenisopstanden met honderden gegijzelden, dat is de voorlopige balans van een weekend van terreur dat door gewapende mannen is ontketend op de Braziliaanse deelstaat São Paulo. De ongekende golf aanslagen, zondagnacht waren het al minstens 115, is vermoedelijk het werk van de criminele factie Primeiro Comando da Capital (Eerste Commando van de Hoofdstad, PCC.) Hoewel de intensiteit en frequentie van de aanvallen lijkt af te nemen, worden er ook vandaag gewelddadigheden gemeld in São Paulo.

De aanslagen begonnen vrijdagnacht nadat 765 gedetineerden met spoed waren overgeplaatst naar het zwaarbeveiligde gevangeniscomplex in de stad Vencelau. Onder deze gevangenen bevonden zich acht leiders van de PCC inclusief hun baas Marcos Williams Herbas Camacho, beter bekend als Marcola. De overplaatsingen geschiedden juist omdat de autoriteiten lucht hadden gekregen van een op handen zijnde, massale gevangenisopstand.

Op het moment dat Marcola door agenten van de georganiseerde misdaaddivisie ondervraagd werd, begon de eerste golf aanslagen. Gewapende mannen namen op verschillende plekken van de deelstaat politieagenten, gevangenisbewaarders en brandweermannen onder vuur. Vele agenten waren op verlof en in burger, wat er op wijst dat de aanslagen gericht en grondig voorbereid waren. Tot nu toe zijn zeker 37 leden van verschillende justitiële diensten om het leven gekomen.

Tegelijkertijd braken in gevangenissen verspreid over heel Brazilië opstanden uit. In meer dan 80 detentiecentra hebben de gedetineerden dit weekend op gegeven moment de macht in handen gehad. Op het moment van het schrijven van dit artikel worden er nog 235 mensen in gijzeling gehouden in 45 lopende opstanden. Zeker 15 gevangenen zijn bij de verschillende opstanden om het leven gekomen.

Zondag verschoof de focus van de aanslagen van de justitiële diensten naar civiele doelen. Tientallen stadsbussen zijn door bendeleden in brand gestoken en een metrostation is beschoten en bestookt met molotovcocktails. Vandaag ontwaakte de metropool São Paulo, de op één na grootste stedelijke regio ter wereld, in een grote verkeerschaos. Vele busbedrijven lieten uit angst hun vloot niet uitrijden en duizenden passagiers propten zich in de weinige bussen die wel reden.

Ook banken zijn het doelwit geworden van de bendes, wat een indicatie kan zijn dat er ook diffuse politieke motivaties achter de aanslagen zitten. Op de nacht van zondag op maandag werden acht bankfilialen beschoten en bekogeld met molotovcocktails.

PCC
De PCC, ook wel O Partido do Crime (de misdaadpartij) genoemd, is opgericht op 31 augustus 1993 door acht gedetineerden tijdens een potje voetbal in de zwaarbeveiligde gevangenis Piranhão. De oprichters wilden naar eigen zeggen “de onderdrukking in het Braziliaanse gevangeniswezen bestrijden”. Een jaar eerder hadden stoottroepen van de Braziliaanse marechaussees 111 gevangenen op koelbloedige wijze geëxecuteerd bij het neerslaan van een opstand in het enorme gevangeniscomplex Carandiru. De PCC’ers van het eerste uur zwoeren hun dood te zullen wreken.

In het afgelopen decennium is de PCC uitgegroeid tot de grootste en best georganiseerde criminele factie van Brazilië. De organisatie heeft zelfs een statuut en leden moeten een maandelijkse bijdrage betalen, waarmee de factie onder anderen drugs en wapens koopt.

De deplorabele omstandigheden van de Braziliaanse gevangenissen heeft ervoor gezorgd dat de PCC heer en meester is geworden van de detentiecentra van de deelstaat São Paulo. Met gesmokkelde mobiele telefoons en door middel van boodschappers geven de zogenoemde generaals leiding aan de criminele zaken van de factie op straat. De detentiecentra worden ironisch ook wel ‘misdaadkantoren’ genoemd.

Wanneer de leden van de PCC de maandelijkse bijdrage niet kunnen betalen, lopen ze een schuld op met het commando. Deze schuld moeten ze afkopen door zeer riskante operaties uit te voeren voor de PCC. Deze soldaten, die door het commando ‘Bin Ladens’ worden genoemd, zijn vermoedelijk verantwoordelijk voor de golf van terreur die de Braziliaanse deelstaat São Paulo dit weekend overspoeld heeft.

zondag, mei 14, 2006

GOLF AANSLAGEN OP BRAZILIAANSE POLITIE DUURT VOORT

SÃO PAULO, 14/05/2006 – De golf aanslagen die vrijdagnacht is ingezet tegen politieagenten en gevangenisbewaarders van de Braziliaanse staat São Paulo duurt voort. In de nacht van zaterdag op zondag werden opnieuw verschillende politiedoelen door gewapende mannen onder vuur genomen. Het dodental is inmiddels opgelopen tot 52, waaronder 38 Politieagenten, gevangenisbewaarders en brandweermannen

De aanslagen zijn naar alle waarschijnlijkheid het werk van de criminele factie Primeiro Comando da Capital (Eerste Commando van de Hoofdstad, PCC), de machtigste drugsbende van Brazilië. De brutale confrontatie met de Braziliaanse staat is een reactie op de overplaatsing van 765 gevangenen naar het zwaarbeveiligde gevangeniscomplex in Vencelau. Onder de overgeplaatste gedetineerden bevinden zich acht leiders van de PCC en hun baas Marcos Williams Herbas Camacho, beter bekend als Marcola. De overplaatsing was een poging van de autoriteiten om de leiding van de PCC te isoleren, die in de minder zwaarbeveiligde gevangenissen hun criminele activiteiten gewoon bleven uitvoeren.

Samen met de aanslagen heeft de PCC massale opstanden uitgelokt in gevangenissen verspreid over de hele staat São Paulo. Zondagnacht werden er tenminste 223 mensen in gijzeling gehouden in 53 verschillende gevangeniscomplexen. Ook zijn er meer dan 20 bussen in de stedelijke regio São Paulo door bendeleden in brand gestoken.

De gouverneur van São Paulo, Cláudio Lembo, noemde de aanslagen "voorspelbaar". Ze zouden een reactie zijn op het ferme optreden van de overheid tegen de leiding van de PCC. Lembo zegt dat er geen onderhandeling zal zijn met de PCC. “We moeten hard zijn”, aldus de gouverneur. In sommige internetgemeenschappen word luidkeels om wraak geroepen. Sympatisanten van de politie vragen op de site van het sociale netwerk Orkut, dat immens populair is Brazilië, om de terugkeer van de doodseskaders.

zaterdag, mei 13, 2006

30 DODEN BIJ AANSLAGEN OP POLITIE SÃO PAULO

SÃO PAULO, 13/05/2006 – De criminele organisatie Primeiro Comando da Capital (eerste commando van de hoofdstad, PCC) heeft in de nacht van vrijdag op zaterdag een bloedbad aangericht in de Brazilaanse staat São Paulo. In 55 verschillende aanslagen tegen de Braziliaanse politie zijn tenminste 30 doden gevallen, waaronder 23 politieagenten, twee burgers en vijf bendeleden. Samen met de aanslagen heeft de criminele factie massale opstanden georganiseerd in gevangenissen verspreid over de hele staat. In 22 opstanden worden tenminste 112 mensen in gijzeling gehouden. De Braziliaanse krant Folha de São Paulo noemt het de grootste criminele operatie uit de geschiedenis van de staat São Paulo.

Volgens de minister voor openbare veiligheid van de staat São Paulo zijn de aanslagen een reactie op de overplaatsing van 765 gevangenen naar een maximumbeveiligde gevangeniscomplex. Onder de overgeplaatste gevangenen bevinden zich acht leiders van de PCC waaronder hun baas, Marcos Camacho, beter bekend als Marcola.

De staat São Paulo poogt met de overplaatsing de leiding van de PCC te isoleren. In minder zwaarbeveiligde gevangenissen bleken de bendeleiders in staat om via gesmokkelde mobiele telefoons hun criminele operaties gewoon voort te kunnen zetten.

Het is de tweede keer dit jaar dat de PCC aanslagen uitvoert op de Braziliaanse politie. Nadat in januari 2006 een vluchtpoging van hun leider Marcola was gefrustreerd, namen bendeleden verschillende politiedoelen onder vuur. Bij die aanslagen is tenminste één agent om het leven gekomen.

De gouverneur van de staat São Paulo, Claudio Lembo, heeft beloofd ferm te zullen optreden tegen de PCC.

Lees ook: ORDERS VOOR AANSLAGEN OP POLITIE KWAMEN UIT DE GEVANGENIS en VIER POLITIEAGENTEN OMGEKOMEN BIJ REEKS AANSLAGEN IN SÃO PAULO

donderdag, mei 11, 2006

VENEZUELA EN BRAZILIË WISSELEN DIPLOMATIEKE SPELDENPRIKKEN

SÃO PAULO, 11/05/2006 –De nationalisaties van de olie en gassector in Bolivia hebben de verhoudingen tussen Brazilië en Venezuela onder spanning gebracht. Eergisteren verklaarde de Braziliaanse minister van buitenlandse zaken, Celso Amorim, dat de Venezolaanse rol in de beslissing van de Boliviaanse president Evo Morales, ‘ongemak’ heeft veroorzaakt bij de Braziliaanse regering. Venezuela retourneerde gisteren de diplomatieke speldenprik. “De verklaring dat de soevereine beslissing van president Evo Morales om de olie en gassector te nationaliseren te danken is aan de invloed van de [Venezolaanse] president Hugo Chávez, kan alleen worden toegeschreven aan de onwetendheid van onze Braziliaanse vrienden”, aldus een verklaring van het Venezolaanse ministerie van buitenlandse zaken.

De beschuldigingen over en weer tonen aan dat de regionale crisis minder te maken heeft met de nationalisaties zelf, maar voornamelijk is veroorzaakt door de manier waarop Bolivia de beslissing heeft genomen. Evo Morales had al in zijn verkiezingscampagne aangekondigd de grondstoffen in Bolivia te nationaliseren. Wat de Brazilianen geïrriteerd heeft, is het feit dat het in die beslissing buitenspel is gezet ten gunste van Venezuela.

De tekenen worden steeds duidelijker dat Evo Morales van plan is het Braziliaanse staatsoliebedrijf Petrobras, dat samen met de Spaanse Repsol de grootste speler is in de Boliviaanse olie en gassector, te vervangen door de Venezolaanse gigant PDVSA. Aan de vooravond van de topontmoeting tussen de Europese Unie en de leiders van Latijns Amerikaanse regeringen in Wenen, verklaarde Morales dat de operaties van Petrobras in zijn land ‘illegaal’ zijn. Ingenieurs en technici van Petrobras, die essentieel zijn voor de exploitatie van de olie en gasreserves in Bolivia, worden geleidelijk vervangen door tegenhangers van PDVSA.

De Boliviaanse nationalisaties hebben aangetoond dat Hugo Chávez’ invloed in Zuid Amerika steeds groter wordt. Dat gaat ten koste van Brazilië dat zichzelf ziet als de natuurlijke regionale leider.

maandag, mei 08, 2006

OUD-SECRETARIS PT KLAPT UIT DE SCHOOL

SÃO PAULO, 08/05/2206 – Silvio Pereira, de oud-secretaris van de Partido dos Trabalhadores (PT), de arbeiderspartij van de Braziliaanse president Luis Inácio Lula da Silva, heeft in een interview aan de Braziliaanse krant O Globo details openbaar gemaakt van de corruptiecrisis die het Braziliaanse politieke bestel al meer dan een jaar corrodeert. Pereira beweert in het interview dat de PT en de zakenman Marcos Valério een uitgebreid corruptieschema hadden uitgewerkt zodat de partij voor lange tijd aan de macht kon blijven. “Het plan was om 1 miljard real bij elkaar te krijgen”, aldus de oud-secretaris.

Pereira beweert tevens dat de corruptiepraktijken geen uitzondering zijn en dat bijna alle Braziliaanse politieke partijen zich er schuldig aan maken. “Achter Marcos Valério schuilen er honderd andere Valérios. Het is een mechanisme dat voortduurt in dit land”.

Belangrijke figuren van de PT probeerden gisteren de uitspraken van hun oud-secretaris te diskwalificeren. De president van de Partij, Ricardo Berzoini, noemde Pereira een leugenaar. Anderen gooiden het liever op de mentale gesteldheid van hun oud-collega: “Hij is een beetje in de war”, beweerde de fractieleider van de PT in het Braziliaanse senaat, Aloizio Mercadante.

Silvio Pereira gaf in het interview tekenen dat hij onder grote geestelijke spanningen staat. Hij zou onder anderen een deel van zijn eigen meubiliair hebben verwoest en tegen de journalist geroepen hebben: “Ze gaan me vermoorden, begrijp je dat niet? Er zijn heel belangrijke mensen hierbij betrokken”.

Voor sommige commentatoren voert de oud-secretaris een theaterstukje op, maar in het tragi-komische drama waartoe de Braziliaanse politiek is verworden, is het inmiddels moeilijk geworden om te onderscheiden tussen de wilde geruchten en de waarheid.

President Lula, ondertussen, hanteert zijn beproefde tactiek en probeert net te doen alsof het niets met hem te maken heeft: “Silvio Pereira mag zeggen wat hij maar wil”, zei de president die voor een weekje in retraite was.

vrijdag, mei 05, 2006

ONZEKERHEID DUURT VOORT NA TOPONTMOETING

SÃO PAULO, 05/05/2006 – De presidenten Lula (Brazilië), Kirchner (Argentinië), Chávez (Venezuela) en Morales (Bolivia) deden hun best om eenheid uit te stralen, maar voor de rest bracht de topontmoeting in de Argentijnse grensstad Puerto Iguazu weinig resultaat. De top was in allerijl bijeengeroepen om de dagende regionale crisis wegens de Boliviaanse beslissing om de gasreserves in het land te nationaliseren, te bezweren. De belangrijkste vragen – wat wordt de nieuwe prijs van het Boliviaanse gas en wat gebeurt er met de investeringen en eigendommen van buitenlandse oliemaatschappijen – bleven echter onbeantwoord.

De Braziliaanse president Lula scheen zich tevreden te stellen met de toezegging dat eventuele prijsveranderingen niet eenzijdig door Bolivia zullen worden doorgevoerd. “Het belangrijke is dat de prijzen zullen worden bepaald op de meest democratische wijze mogelijk”, aldus Lula. Het is echter bijna zeker dat de Brazilianen voor hun gas voortaan dieper in de buidel zullen moeten tasten.

Hoezeer die prijs gaat toenemen lijkt de belangrijkste variabele te zijn om te bepalen of de regionale crisis zal escaleren of niet. Brazilië is voor 50% van zijn gasconsumptie afhankelijk van Bolivia en de belangrijkste industriële regio van het land, de staat São Paulo, zelfs voor meer dan 70%. Brazilië kan geen scherpe prijsstijging van het Boliviaanse gas tolereren.

De gascrisis heeft een belangrijke scheur blootgelegd in het machtsevenwicht in Zuid Amerika. Brazilië, dat zichzelf ziet als de natuurlijke leider van de regio, wordt steeds openlijker uitgedaagd door het Venezuela van Hugo Chávez, die door de enorme olie en gasreserves van zijn land steeds meer aan invloed wint. In Brazilië bestaat de vrees dat het Bolivia van Evo Morales zich ontpopt als een soort satellietstaat van Venezuela.

woensdag, mei 03, 2006

REGIONALE CRISIS DREIGT DOOR NATIONALISATIES BOLIVIA

SÃO PAULO, 02/05/2006 – Brazilië is zeer onaangenaam verrast door de beslissing van de Boliviaanse president Evo Morales om de olie en gasvoorraden in zijn land te nationaliseren. De dramatische zet van Morales brengt strategische belangen van Brazilië in gevaar en is een tegenslag voor de Braziliaanse ambities voor regionale leiderschap.

De gasvoorraden van Bolivia, de op één na grootste reserve van Zuid Amerika, zijn essentieel voor Brazilië. Het land is voor meer dan 50% van zijn gasconsumptie afhankelijk van het andesland en het Braziliaanse olie en gasbedrijf Petrobras heeft meer dan 1 miljard dollar geïnvesteerd in Bolivia.

Braziliaanse diplomaten behandelden Bolivia al een tijdje met fluwelen handschoenen. Met de zachte benadering hoopte Brazilië de Boliviaanse president af te houden van radicale nationalisaties in de olie en gassector. Begin dit jaar bejulbelde de Braziliaanse president Luis Inácio da Silva nog de vers gekozen Evo Morales

De invloed van de Braziliaanse regering op Morales, die in zijn verkiezingscampagne al had aangekondigd de grondstoffen in Bolivia te zullen nationaliseren, blijkt echter minder groot dan het zelf dacht. De dramatische beslissing van Morales kwam voor Brazilië volledig uit de lucht vallen. President Lula moest zijn belangrijkste ministers terugroepen voor een spoedberaad om de Boliviaanse zet te bespreken.

De beslissing van Bolivia heeft de machtsverhoudingen op het continent uit balans gebracht. Het Bolivia van Evo Morales heeft zich gemanifesteerd als een aanhanger van de populistische regering van de Venezolaanse Hugo Chávez en de rol van Brazilië als regionale bemiddelaar ondermijnd. Komende donderdag heeft Lula een bijeenkomst met zijn ambtsgenoten uit Bolivia, Argentinië en Venezuela om te proberen de dagende regionale crisis te bezweren.

Hoewel Brazilië niet zonder het Boliviaanse gas kan, is het mogelijk dat Evo Morales met zijn beslissing zijn hand overspeeld heeft. Bolivia, dat geen kustlijn heeft, kan naast Brazilië moeilijk een andere afnemer vinden voor haar enorme gasreserves.

Vooralsnog hanteert de Braziliaanse diplomatie een voorzichtige toon. “We respecteren de soevereine beslissing van de Boliviaanse regering, maar we willen een akkoord dat door middel van een dialoog tot stand komt”, aldus de Braziliaanse minister van Buitenlandse zaken Celso Amorim die daarmee impliciet de unilaterale beslissing van Bolivia veroordeelt.

vrijdag, april 28, 2006

WRIJVING TUSSEN MINISTERIE VAN FINANCIEN EM CENTRALE BANK

SÃO PAULO, 28/04/2006 – Voor het eerst sinds zijn aantreden is er openlijk wrijving ontstaan tussen de nieuwe Braziliaanse minister van financiën, Guido Mantega, en de centrale bank van het land. Nadat de centrale bank had aangegeven dat het ritme van renteverlagingen in Brazilië kan worden verminderd of zelfs onderbroken, reageerde Mantega door te zeggen dat er nog genoeg ruimte is om in de Braziliaanse rente te snijden.

Volgens ingewijden zijn de verhoudingen tussen Mantega en Henrique Mereilles, de president van de centrale bank, al vanaf het begin gespannen. De twee vertegenwoordigen elk een andere economische school. Mereilles is een strikte monetarist die een sobere fiscale politiek wenst te combineren met een restrictief rentebeleid. Mantega wordt gezien als een ontwikkelingseconoom die meer overheidsuitgaven voorstaat en een soepeler monetair beleid.

Hoewel president Luis Inácio Lula da Silva het met zijn minister van financiën eens is dat de rentestanden verlaagd kunnen worden, betreurt hij het feit dat zijn minister de centrale bank en publique heeft bekritiseerd. Sinds het gedwongen vertrek van de vorige minister van financiën, Antonio Palocci, geldt Henrique Mereilles voor de financiële markten als de verzekeraar van de sobere fiscale politiek van de regering Lula.

De president kan in dit electorale jaar 2006 geen extra turbulentie in de markten gebruiken. Dat gegeven heeft de positie van Henrique Mereilles in de regering flink versterkt. Lula zal de president van de centrale bank niet lichtelijk afvallen.

donderdag, april 27, 2006

BRAZILIAANSE BEURS MAGNEET VOOR BUITENLANDSE INVESTEERDERS

SÃO PAULO, 27/04/2006 – Terwijl de Bovespa, de aandelenbeurs van de Braziliaanse miljoenenstad São Paulo, gisteren op recordhoogte sloot, maakte de Amerikaanse bank Merrill Lynch bekend dat de aandelenhandel in Brazilië in vergelijking met andere ontwikkelingslanden de grootste aantrekkingskracht heeft op buitenlandse investeerders. De bank rekende uit dat buitenlandse investeerders in het eerste trimester van het jaar U$ 19,3 miljard in de Braziliaanse beurs pompten.

Dat bedrag vertegenwoordigd meer dan de helft van het totaal, U$ 36,3 miljard, dat is geïnvesteerd in de zogenoemde BRICs (de afkorting voor de grote, opkomende ontwikkelingslanden Brazilië, Rusland, India en China). “We houden van Brazilië”, legt Merrill Lynch uit in haar rapport, “het is goedkoop, de rentestanden dalen en de winstmarges zijn hoog”.

Dit is niet de eerste hausse in de Braziliaanse beurs en in het verleden bleek die groei vluchtig. Investeerders trokken zich net zo snel terug als ze waren gekomen. Analisten van verschillende banken en consultancy bedrijven menen echter dat de huidige stijging robuuster is.

“De opkomende ontwikkelingslanden vertonen nu voor het zesde jaar achter elkaar betere groeiresultaten dan de ontwikkelde landen. Investeerders hebben de indruk dat het nog nooit zo veilig is geweest om te beleggen in de opkomende ontwikkelingslanden” zegt Brad Durham van de Amerikaanse consultancybedrijf EmergingPortfolio, "dit zijn de landen die profiteren van de globalisering".

woensdag, april 26, 2006

BRAZILIAANSE REGERING TREKT PORTEMONNEE OPEN

SÃO PAULO, 26/04/2006 – De uitgaven van de Braziliaanse regering zijn in het eerste trimester van 2006 met 14,5 % gestegen ten opzichte van dezelfde periode in 2005. Het is een duidelijke indicatie dat president Luis Inácio Lula da Silva de financiële teugels laat vieren met het oog op de presidentsverkiezingen van oktober.

Critici vrezen dat met de extra uitgaven de Braziliaanse regering niet in staat zal zijn om de beloofde besparingen te maken voor de aflossing van de staatsschuld en dat de monetaire stabiliteit in gevaar zal komen. De regering Lula heeft zichzelf als doel gesteld 4,25% van het Bruto Nationaal Product (BNP) te besparen om aan schulden te kunnen voldoen. Volgens de Braziliaanse minister van Financiën komt die doelstelling niet in gevaar, ook niet met de gestegen uitgaven.

President Lula verraste in zijn eerste mandaat vriend en vijand door het sobere fiscale beleid van zijn voorganger, Fernando Henrique Cardoso, niet alleen over te nemen maar zelfs uit te diepen. Met de presidentsverkiezingen voor de boeg weet de president echter dat het niet het moment is om financiële offers te vragen. Zeker niet nu zijn herverkiezing in gevaar is gekomen door een groot corruptieschandaal in zijn eigen partij.

dinsdag, april 25, 2006

BOLIVIA ZET BRAZILIAANS STAALBEDRIJF UIT

SÃO PAULO, 25/04/2006 – De regering van de Boliviaanse president Evo Morales heeft het Braziliaanse staalbedrijf EBX uit het land gezet. Volgens Morales ging het Braziliaanse bedrijf over de schreef door zich te instaleren in een grensgebied, terwijl de Boliviaanse wet dit verbiedt voor buitenlandse bedrijven. “EBX is geen bedrijf, maar een maffia die profiteert van onze grondstoffen”, aldus de Boliviaanse president in een interview aan de Braziliaanse zender TV cultura, waarin hij zijn nationalistische discours een tandje opschroefde.

In hetzelfde interview deed Morales ook harde uitspraken over de Braziliaanse olie en gasbedrijf Petrobras, dat meer dan 1,5 miljard dollar aan investeringen heeft in het Andesland. Volgens de president heeft het Braziliaanse staatsbedrijf een ‘schuld’ met de Boliviaanse regering. Wat die schuld precies is, liet Morales in het midden.

Morales, die begin dit jaar geïnaugureerd is als de eerste president van Bolivia die afkomstig is uit de oorspronkelijke indianenbevolking, liet geen twijfel bestaan over zijn volharding in het project van nationalisatie van de grondstoffensector in Bolivia. “Bolivia heeft partners nodig, geen eigenaren”, herhaalde Morales, “eerst ging 18% [van de inkomsten uit grondstoffen] naar het volk en 82% naar de bedrijven. Dat is diefstal”.

donderdag, april 13, 2006

HOOFDOFFICIER: PARTIJTOP PT WAS CRIMINELE ORGANISATIE

SÃO PAULO, 13/04/2006 – De oude partijtop van de Partido dos Trabalhadores (PT), de partij van de Braziliaanse president Luis Inácio Lula da Silva, was een criminele organisatie. Het maakte zich onder anderen schuldig aan actieve en passieve corruptie, witwassing en verduistering van publieke fondsen en het had als doel zich voor de lange termijn aan de macht te handhaven door middel van de omkoping van andere politieke partijen en de illegale financiering van haar verkiezingscampagnes. Dat staat in de keiharde, formele beschuldiging die de hoofdofficier van justitie, Antonio Fernando de Souza, heeft neergelegd bij het Braziliaanse Hooggerechtshof.

De hoofdofficier wijst de oud-kabinetschef van de regering Lula, José Dirceu, aan als de leider van deze criminele organisatie en vraagt de opening van processen tegen nog 40 andere personen die deel uitmaakten van de ‘bende’. Onder de aangeklaagden bevinden zich ook José Genoino, Delúbio Soares en Silvio Pereira, respectievelijk de oud-president, oud-penningmeester en oud-secretaris van de PT. President Lula wordt niet genoemd in de aanklacht. Volgens de hoofdofficier bestaan er tot op heden geen aanwijzingen om de president te beschuldigen.

De werkwijze van de bende, een woord dat in zijn rapport 51 keer voorkomt, was geraffineerd en onderverdeeld in een politieke, een publicitaire en een financiële tak, aldus de hoofdofficier.

Met de aanklacht van de hoofdofficier, die is benoemd door president Lula zelf, wordt de versie van de sympathisanten van de regering voor het corruptieschandaal dat het Braziliaanse politieke bestel al sinds juni 2005 teistert, nagenoeg onhoudbaar. Volgens die versie zouden parlementariërs niet zijn omgekocht door de PT, maar waren de geldoverdrachten bedoeld om oude ‘niet geboekte’ campagneschulden te dekken.

woensdag, april 12, 2006

LULA HOUDT ZICH STABIEL

SÃO PAULO, 12/04/2006 – Ondanks alle beschuldigingen van corruptie die zich op zijn regering stapelen, houdt de Braziliaanse president Luis Inácio Lula da Silva zich redelijk stabiel in de peilingen. In een zondag verschenen meting van het instituut Datafolha kon Lula rekenen op 40% van de stemmen in de eerste ronde. Twee keer zoveel als zijn voornaamste tegenstander, de gouverneur van São Paulo Geraldo Alckmin.

Zowel Lula als Alckmin hebben in het onderzoek stemmen verloren ten opzichte van de vorige meting. In maart kreeg Lula nog 42% van de stemmen en Alckmin 23%. Lula’s voorsprong op Alckmin blijft echter intact en groeit zelfs een beetje.

In een gisteren verschenen onderzoek van een ander instituut, CNT/sensus, krijgt Lula 37,5% van de stemmen en Alckmin 20,6%. In dit onderzoek slaagt Alckmin er wel in om zijn achterstand op Lula een klein beetje goed te maken ten opzichte van de vorige meting. CNT/census heeft echter geen peiling verricht in maart, de maand waarop Alckmin zijn kandidatuur lanceerde, en dat effect is dus nu pas in de meting zichtbaar.

De cijfers duiden erop dat Lula een rotsvaste electorale basis heeft die zich nauwelijks laat beïnvloeden door de beschuldigingen van corruptie die regering teisteren. Volgens analisten wordt deze basis gevormd door de armere lagen van de Braziliaanse bevolking. Vele, armere Brazilianen hebben door de (bescheiden) economische groei en de lage inflatie tijdens het mandaat van Lula, hun levens significant verbeterd. Bovendien profiteren ongeveer 11 miljoen families met een inkomen van minder dan 100 braziliaanse real per maand rechtstreeks van de uitkeringen in Lula’s sociale project Bolsa-Familia.

Zich bewust van de electorale kracht van het project heeft Lula deze week aangekondigd dat hij het inkomensplafond voor de Bolsa-Familia gaat ophogen zodat meer Brazilianen ervan kunnen profiteren.

donderdag, april 06, 2006

ZOVEELSTE NEDERLAAG VOOR REGERING LULA: RAPPORT GOEDGEKEURD

SÃO PAULO, 06/04/2006 –Het controversiële voorlopige rapport van een parlementaire enquêtecommissie die een groot corruptieschandaal in de Braziliaanse politiek onderzoekt, is gisteren zonder noemenswaardige veranderingen aangenomen door haar leden. Het rapport acht bewezen dat de regeringspartij Partido dos Trabalhadores (PT) van de Braziliaanse president Luis Inácio Lula da Silva, parlementariërs heeft omgekocht in ruil voor politieke steun in het congres. Het onvermogen van de PT om de stemming te beïnvloeden over de ‘mensalão’, of grote maandelijkse zoals het corruptieschema in Brazilië bekend is geworden, is het zoveelste teken dat de regering Lula in de aanloop naar de presidentsverkiezingen van 2006 vleugellam is.

De PT wilde dat het rapport geen melding maakte van de ‘mensalão’, omdat volgens de regeringspartij geen bewijzen bestaan voor de omkoping van parlementariërs. In plaats daarvan wilde Lula’s partij dat de miljoenen die naar congresleden zijn doorgesluisd, werden aangeduid als schaduwfondsen voor de campagnefinancieringen. De president van de enquêtecommissie, Delcidio Amaral van de eigen PT, liet echter geen puntsgewijze veranderingen in het rapport toe. De PT onthield zich vervolgens verontwaardigd van stemming, waarna het rapport met een overweldigende meerderheid werd goedgekeurd.

De nederlaag van de PT duidt erop dat het niet meer instaat is coalities te vormen en dat zelfs de eenheid binnen de eigen partij aan het afbrokkelen is. President Lula, die afgelopen jaar zijn belangrijkste ministers is kwijtgeraakt in de nasleep van het corruptieschandaal, is daarmee in een nog moeilijkere en geïsoleerde positie gebracht dan hij al was.

maandag, april 03, 2006

PALOCCI WORDT AANGEKLAAGD

SÃO PAULO, 03/04/2006 – De Braziliaanse federale politie heeft aangegeven dat het de oud-minister van financiën van de regering Lula, Antonio Palocci, zal aanklagen voor illegale breuk van het bankgeheim. Daarmee is Palocci in één jaar tijd veranderd van de meest bewierookte minister van de regering tot het symbool van de corruptie en het machtsmisbruik.

Palocci is vorige week gedwongen afgetreden na ernstige verdenkingen dat hij verantwoordelijk was voor de illegale breuk van het bankgeheim van Francenildo Costa, een conciërge die een belastende getuigenis tegen hem had afgelegd. Hoewel de oud-minister nog steeds ontkent een rol te hebben gespeeld in de affaire, is uit diverse verklaringen van hoge functionarissen gebleken dat Palocci orders heeft gegeven om de bankgegevens van de conciërge openbaar te maken.

Francenildo verklaarde begin maart dat hij de toenmalige Braziliaanse minister van Financiën diverse malen heeft gezien in het zogenaamde ‘lobbyhuis’, een luxueuze villa in de hoofdstad Brasilia waar uitbundige feesten werden georganiseerd tussen de minister en vertegenwoordigers van diverse belangengroepen. Uit de gelekte bankgegevens blijkt dat vlak voor zijn getuigenis grote sommen geld zijn gestort op de bankrekening van de conciërge.

Uit een artikel in de krant Folha de São Paulo gisteren, blijkt dat Palocci, zelfs nadat zijn pogingen om de conciërge in diskrediet te brengen faliekant waren mislukt, volhardde in zijn hoogst dubieuze politieke methodes. Toen bleek dat de lek averechts had gewerkt heeft Palocci verschillende mensen ‘aangespoord’ om de schuld alleen op zich te nemen. Functionarissen van de bank Caixa Econômica Federal, waar de rekeningen van de conciërge lopen, zouden met dat doel één miljoen Braziliaanse real zijn aangeboden. In het huidige, explosieve politieke klimaat in Brazilië, bleek echter niemand bereid om voor Palocci als zondebok te dienen.

vrijdag, maart 31, 2006

RAPPORT BEVESTIGT ‘MENSALÃO’, MAAR SPAART LULA

SÃO PAULO, 31/03/2006 – Het voorlopige rapport van één van de parlementaire enquêtecommissies die het corruptieschandaal in het Braziliaanse politieke bestel onderzoeken, bevestigt dat de regeringspartij Partido dos Trabalhadores (PT) parlementariërs van de coalitie heeft omgekocht. Het rapport spaart echter de Braziliaanse president Luis Inácio Lula da Silva en acht niet bewezen dat hij betrokken of nalatig was in de ‘mensalão’ (grote maandelijkse), zoals het schandaal bekend is geworden in de Braziliaanse media.

Het corruptieschandaal barstte juni vorig jaar los toen het congreslid Roberto Jefferson aan de krant Folha de São Paulo verklaarde dat de PT parlementariërs maandelijks 30.000 Braziliaanse real (+/- 10.000 euro) betaalde in ruil voor steun in het congres. Jefferson kon het weten omdat hij zelf aan de ontvangende kant van de betaalstaat stond.

Toen de illegale geldoverdrachten niet meer ontkend konden worden, beweerde de PT bij monde van haar toenmalige penningmeester Delúbio Soarez dat het geld was bedoeld om ‘ongeboekte’ campagneschulden af te betalen, aldus het eufemisme voor het gebruik van illegale schaduwfondsen tijdens verkiezingscampagnes. De perceptie is dat het gebruik van schaduwfondsen minder erg is omdat nagenoeg alle Braziliaanse partijen hun verkiezingscampagnes op deze wijze financieren.

Het excuus ‘we deden wat iedereen deed’ is echter door het voorlopige rapport naar de prullenmand verwezen. De overdrachten waren wel degelijk bedoeld om de politieke steun van parlementariërs te kopen en de PT heeft daarvoor bovendien miljoenen afgeroomd van Braziliaanse staatsbedrijven en pensioenfondsen. Het rapport wijst José Dirceu, voormalig kabinetschef en rechterhand van president Lula, aan als de architect van het corruptieschema, maar laat in het midden of de president zelf van de corruptie in zijn eigen regering op de hoogte was.

De leden van de parlementaire enquêtecommissie moeten het rapport nog goedkeuren. Omdat er dit jaar presidentsverkiezingen zijn in Brazilië is het document zeer politiek beladen. Het is twijfelachtig of het rapport in zijn huidige vorm wordt goedgekeurd. De commissie is in tweeën gespleten. De leden van de oppositie willen niet dat Lula gespaard wordt in het eindrapport en de regeringspartijen vinden de conclusies zoals die er nu staan al veel te ver gaan.

woensdag, maart 29, 2006

LULA VERSTERKT POSITIIE CENTRALE BANK

SÃO PAULO, 29/03/2006 – De Braziliaanse president Luis Inácio Lula da Silva heeft besloten de positie van Henrique Meirelles, de president van de centrale bank, te versterken. Daarmee hoopt de president de rust terug te brengen in de markten, die turbulent reageren op het vertrek van de minister van financiën Antonio Palocci en onzeker zijn over het beleid van zijn vervanger, Guido Mantega. De president van de centrale bank rapporteert nu direct aan Lula en zal de facto de positie van een minister in de Braziliaanse regering bekleden. Juridisch had Meirelles die status al, maar onder Palocci rapporteerde de centrale bank aan het ministerie van financiën.

Hoewel de nieuwe minister van financiën bij zijn aantreden had gezegd dat hij het economisch beleid van zijn voorganger zou handhaven, liet Mantega enkele kritische noten doorsijpelen, vooral aan het adres van de centrale bank. Volgens Mantega heeft de centrale bank met de rente in 2005 zich in de dosis vergist en moet Brazilië een ‘beschaafde rentestand’ hebben.

dinsdag, maart 28, 2006

PALOCCI TREEDT AF

SÃO PAULO, 28/03/2006 – De Braziliaanse minister van financiën, Antonio Palocci, van de regering Luis Inácio Lula da Silva is gisteren afgetreden. Palocci’s positie was onhoudbaar geworden door steeds ernstigere verdenkingen aan zijn adres in een corruptieschandaal dat de regering Lula al bijna een jaar in zijn greep houdt. De aanleiding voor zijn val was zijn betrokkenheid bij de illegale breuk van het bankgeheim van een conciërge die een belastende getuigenis had afgelegd tegen de minister van financiën. Palocci wordt vervangen door Guido Mantega, de huidige president van de Braziliaanse ontwikkelingsbank BNDES.

Om de markten gerust te stellen, die Antonio Palocci zeer gunstig gezind waren, zei Mantega gisteren dat het economische beleid van de vertrekkende minister niet zal worden veranderd. Palocci is de architect van de conservatieve, economische politiek van president Lula, dat fiscale soberheid combineert met hoge rente’s. Mantega verklaarde dat het huidige economische beleid van Brazilië niet van de de ene of de andere minister is. “Dit is het beleid van president Lula”, aldus de nieuwe minister van Financiën.

Francenildo Costa, de conciërge die Palocci uiteindelijk de das om deed, beweerde de oud-minister van financiën verscheidene malen te hebben gezien in het zogenaamde ‘lobbyhuis’, een villa in de hoofdstad Brasilia waar bijeenkomsten werden gehouden tussen vertegenwoordigers van diverse belangengroepen en de minister. De bijeenkomsten zouden doorspekt zijn met geld, drank en vrouwen. In een parlementaire enquêtecommissie ontkende de minister ooit in het huis te zijn geweest.

Om de conciërge in diskrediet te brengen werden zijn bankgegevens aan de pers gelekt. Uit die gegevens bleek dat Francenildo grote sommen geld had ontvangen vlak voor zijn getuigenis. Maar de lek werkte averechts. Francenildo verklaarde dat het geld was gestort door zijn biologische vader en de regering werd ervan beschuldigd het staatsapparaat te hebben gebruikt tegen een individu van simpele oorsprongen die het had gewaagd te getuigen tegen de machtige Antonio Palocci.

Met de val van Palocci is de oorspronkelijke regering Lula, sinds het uitbreken van het corruptieschandaal, volledig ontmanteld. Eerder vertrok de politieke rechterhand van de president, kabinetschef José Dirceu. De herverkiezing van de president, iets wat halverwege 2005 nog als een formaliteit gold, staat inmiddels op losse schroeven.

vrijdag, maart 24, 2006

LULA OVERWEEGT VERVANGERS VOOR ZIJN TOPMINISTER

SÃO PAULO, 24/03/2006 – In het openbaar steunt Luis Inácio Lula da Silva zijn minister van Financiën, maar in privé-kringen weegt de Braziliaanse president inmiddels de namen van vervangers voor zijn belangrijkste man, Antonio Palocci. Dat staat vandaag in de krant Folha de São Paulo. De naam die het sterkst naar voren treedt is die van Guido Mantega, de brave directeur van de Braziliaanse ontwikkelingsbank BNDES. In dat geval “zal Lula de nieuwe minister van Financiën zijn”, tekent de belangrijkste Braziliaanse krant op uit de mond van een niet nader genoemde ‘minister’.

De positie van Antonio Palocci, de architect van het conservatieve economische beleid van de regering Lula, lijkt onhoudbaar te zijn geworden door steeds krachtigere verdenkingen van corruptie. De Braziliaanse oppositiepartijen, die vroeger de minister en zijn beleid altijd ondersteund hebben, vragen inmiddels luidkeels om het vertrek van de Palocci. Daarmee willen ze president Lula schaden voor de komende presidentsverkiezingen van Brazilië in oktober.

Als Palocci vertrekt, dan is de regering Lula in één jaar tijd volledig ontmanteld. Meteen na het uitbreken van het corruptieschandaal, dat het Braziliaanse politieke bestel nog steeds in zijn greep houdt, is de politieke arm van de regering afgesneden, toen Lula’s kabinetschef en politieke articulator José Dirceu moest aftreden. Nu dreigt ook de economische arm geamputeerd te worden. Of het hoofd het dan overleefd in de verkiezingen van oktober is maar de vraag.

donderdag, maart 23, 2006

BRAZILIË GROEIT AL TIEN JAAR ONDER HET GEMIDDELDE

SÃO PAULO, 23/03/2006 – De Braziliaanse economie groeit al sinds 1996 onder het wereldgemiddelde. Dat staat in een studie van de Braziliaanse Nationale Confederatie voor de Industrie (Confederação Nacional da Industria, CNI.) Sinds de tweede helft van de jaren negentig groeit het Bruto Nationaal Product (BNP) van Brazilië gemiddeld slechts 2,2%, een mager resultaat vergeleken met het cijfer voor de wereldeconomie, 3,8%. Het afnemende belang van de Braziliaanse economie in internationaal perspectief wordt pas echt duidelijk als de cumulatieve resultaten worden vergeleken. Terwijl de rest van de wereld de laatste tien jaar met 45,6% groeide, verwezenlijkte de Zuid Amerikaanse reus minder dan de helft van die groei, 22,4%.

De oorzaak voor de slechte prestatie van Brazilië is volgens de CNI het lage volume van investeringen in de economie. Terwijl in de opkomende Aziatische ontwikkelingslanden, zoals China en India, de investeringen gemiddeld 32,6% van het BNP bedragen, komt Brazilië niet verder dan 19,3%. De econoom João Siscú, verbonden aan de Federale Universiteit van Rio de Janeiro (UFRJ) geeft de volgende verklaring: “Investeringen van de private sector blijven uit omdat de rentestanden [Brazilië heeft de hoogste reeële rentestanden van de planeet, ALL] zo hoog zijn. Wanneer ondernemers moeten besluiten tussen het kopen van een fabriek of obligaties, kiezen de meeste voor het laatste, dat is veel winstgevender”.

Wanneer de ontwikkeling van het BNP per capita wordt vergeleken zijn de resultaten van Braziliaanse economie de laatste tien jaar ronduit droevig te noemen. Het inkomen per hoofd van de bevolking groeide gemiddeld met 0,7%. In dat ritme zal het de Brazilianen 100 jaar kosten om gemiddeld net zoveel te verdienen als de Portugezen. Zelfs Argentinië, dat begin deze eeuw door één van de zwaarste economische crises van haar geschiedenis is gegaan, slaagt erin een beter cijfer te produceren dan haar buurland: 0,9%. In vergelijking met China valt Brazilië volledig in het niet. De Aziatische reus zag de laatste tien jaar het BNP per capita groeien met het duizelingwekkende gemiddelde van 7,7%.

woensdag, maart 22, 2006

HAUSSE BRAZILIAANSE REAL TEN EINDE

SÃO PAULO, 22/03/2006 – De stormachtige vlucht van de Braziliaanse nationale munt, de real, ten opzichte van de dollar en de euro lijkt onderbroken. De dollar is de laatste drie dagen al 3,03% gestegen ten opzichte van de real en sloot gisteren op R$ 2,172. Een paar belangrijke factoren doen vermoeden dat het dit keer niet om een simpele fluctuatie gaat maar om een omkering van de trend.

Om te beginnen voert de Braziliaanse centrale bank een omgekeerde rentepolitiek dan haar tegenhangers in de VS en de Eurozone. Hoewel Brazilië nog steeds een exorbitant hoge rentestand hanteert (16,5%) is de verwachting dat de centrale bank op de korte en middenlange termijn niet zal tornen aan haar beleid van geleidelijke renteverlaging. Dit staat in tegenstelling tot wat in de ontwikkelde economieën gebeurt waar alle centrale bankiers besluiten om de financiële riem aan te trekken. De pessimistische toon gisteren van de president van de FED, Ben Bernanke, geeft een indicatie dat de periode van rentestijgingen in de VS niet ten einde is.

Bovendien doen er in Brazilië hardnekkige geruchten de ronde dat de centrale bank van plan is de regels voor valutahandel te veranderen om speculatieve bewegingen tegen te gaan. De geruchten winnen aan kracht omdat de centrale bank de laatste maand nauwelijks nog gebruik maakt van haar traditionele instrument voor beïnvloeding van de koers van de real, het kopen van dollars in de futuresmarkt. Volgens Luiz Roberto Monteiro van de Braziliaanse broker Souza Barros hebben veel instellingen in afwachting van de nieuwe regels hun posities in de Braziliaanse real volledig afgebouwd.

Of de daling van de Braziliaanse real ook op de lange termijn doorzet is echter maar de vraag. Het structurele handelsoverschot van de Braziliaanse economie veroorzaakt een permanente opwaartse druk. Bovendien kan de Braziliaanse centrale bank, die zelfs voor de standaarden van het metier conservatief is, zomaar besluiten om de rentes weer te doen stijgen als de inflatie in Brazilië dreigt op te lopen.

dinsdag, maart 21, 2006

PALOCCI WANKELT

SÃO PAULO, 21/03/2006 – De positie van de Braziliaanse minister van financiën Antonio Palocci lijkt onhoudbaar te zijn geworden. De minister is al maanden het doelwit van ernstige beschuldigingen in een corruptieschandaal dat de Braziliaanse regering sinds mei vorig jaar verlamt. De druppel die de emmer doet overlopen is de illegale breuk van het bankgeheim van een belangrijke getuige tegen Palocci.

De conciërge Francenildo Costa getuigde vorige week aan een parlementaire enquêtecommissie die het corruptieschandaal onderzoekt, dat hij de minister van Financiën diverse malen heeft gesignaleerd in het zogenoemde ‘lobbyhuis’. Direct na zijn getuigenis, die op bevel van het hooggerechtshof is onderbroken, zijn de bankgegevens van de conciërge gelekt aan de pers. Uit die gegevens blijkt dat Francenildo 38 duizend Braziliaanse real heeft ontvangen sinds begin dit jaar, waarmee de indruk wordt gewekt dat hij voor zijn getuigenis is betaald. De concierge verklaart echter dat het geld is gestort door zijn vader.

De hand van Palocci doemt op achter de lek. De federale bank Caixa Econômica Federal, waar de rekeningen van de conciërge lopen, valt direct onder het ministerie van Financiën.

In het lobbyhuis, een luxuese villa in de hoofdstad Brasilia, zouden bijeenkomsten worden georganiseerd tussen de minister en vertegenwoordigers van diverse belangengroepen. De bijeenkomsten spreken tot de Braziliaanse verbeelding omdat ze doorspekt zouden zijn met geld, drank en vrouwen. Palocci ontkent bij hoog en laag ooit in het huis te zijn geweest, maar inmiddels zijn al diverse getuigen naar voren getreden die het tegendeel beweren. Volgens Francenildo noemde iedereen in het huis de minister ‘chefe’, of baas.

De verdenkingen rondom het ‘lobbyhuis’ versterken het beeld dat Palocci tenminste sinds zijn tijd als burgemeester van de stad Riberão Preto betrokken is bij verschillende corruptiepraktijken. Zijn voormalige assistent (of handlanger) Rogério Buratti heeft al verklaard dat Palocci in zijn burgemeesterschap maandelijks smeergeld ontving van het vuilnisverwerkingsbedrijf Leão e Leão in ruil voor licenties.

maandag, maart 20, 2006

EXPORT BRAZILIË GROEIT ONDANKS STERKE REAL

SÃO PAULO, 20/03/2006 – De export van goederen en diensten in Brazilië is in 2005 met 22,6% gegroeid, ondanks het feit dat de nationale munt, de Braziliaanse real, sterk in waarde is gestegen. In mondiaal perspectief neemt Brazilië de 13de plaats in van de sterkst groeiende exporteconomieën.

De Braziliaanse economie toont zich daarmee veel weerbaarder dan veel analisten hadden voorspeld. De hoge koers van de Braziliaanse real deed economen wijzen op het risico van desindustrialisatie door de eroderende concurrentiepositie van Braziliaanse industriële goederen. In 2005 kan dat proces in ieder geval nog niet gesignaleerd worden.

Voor Claudio Vaz, voorzitter van het Centrum voor Industrieën van de Staat São Paulo (CIESP), is de intrede van de ‘Hollandse ziekte’ in de Braziliaanse economie echter slechts een kwestie van tijd als de koers van de nationale munt op het huidige niveau blijft. Braziliaanse bedrijven hadden in 2005 nog export contracten lopen, argumenteert Vaz. Met de hoge koers van de real is het maar de vraag of deze contracten vernieuwd worden. “Brazilië verliest al investeringen in exportproducten”, aldus Paz.

zondag, maart 19, 2006

ALCKMIN MAAKT SPRONG IN DE PEILINGEN

SÃO PAULO, 19/03/2006 – Het einde van de besluiteloosheid binnen de belangrijkste Braziliaanse oppositiepartij PSDB, heeft onmiddellijk resultaat opgeleverd. Één week nadat de partij na maanden kibbelen definitief heeft gekozen voor Geraldo Alckmin als haar presidentskandidaat, maakt de gouverneur van de staat São Paulo een flinke sprong in de peilingen voor de presidentsverkiezingen van Brazilië in 2006.

De gouverneur kan volgens de meting van het instituut Datafolha nu rekenen op 26% van de stemmen in de eerste ronde. Dat is nog steeds veel minder dan zijn tegenstander, de zittende president Luis Inácio Lula da Silva, die kan rekenen op 42% van de stemmen. Het is echter een flinke verbetering ten opzichte van zijn score een maand geleden, toen Alckmin slechts 20% van de stemmen kreeg. Nog belangrijker is wellicht het feit dat Lula voor het eerst in drie maanden geen winst maakt in de peilingen, maar zelfs licht achteruit gaat. Vorige maand kon de Braziliaanse president immers nog rekenen op 43% van de stemmen.

De oorzaak voor Alckmin’s sprong ligt voor de hand. Voor drie maanden heeft de gouverneur een bittere interne strijd geleverd met zijn partijgenoot José Serra, de burgemeester van São Paulo, over wie namens de PSDB een gooi naar het Braziliaanse presidentschap mocht wagen. Nu dat gevecht in het voordeel van Alckmin is beslist, krijgt de gouverneur een groot deel van de stemmen die eerst naar de burgemeester gingen..

De stagnatie van Lula duidt erop dat hij misschien zijn electorale plafond heeft bereikt. Een duidelijke indicatie hiervoor is het antwoord op de vraag “op welke kandidaat zult u absoluut niet stemmen”. Exact één derde van de respondenten noemde de naam van de Braziliaanse president.

Het lijkt erop dat het voor Lula steeds moeilijker gaat worden om stemmen te winnen, terwijl voor Alckmin de horizon voor zijn electorale groei nog niet in zicht lijkt. Hoe het ook zij, de tijd dat Lula in zijn eentje campagne kon voeren terwijl zijn tegenstanders elkaar naar de keel vlogen, is definitief voorbij.

vrijdag, maart 17, 2006

OPPOSITIE EIST HOOFD VAN BRAZILIAANSE MINISTER VAN FINANCIËN

SÃO PAULO, 17/03/2006 – De Braziliaanse oppositiepartijen eisen het ontslag van Antonio Palocci, de minister van Financiën van de regering Lula. Palocci, de architect van het conservatieve economische beleid dat wordt gevoerd door de Braziliaanse regering, is het doelwit van ernstige verdenkingen in het almaar uitdijende corruptieschandaal in het Braziliaanse politieke bestel. Tot nu toe hadden de oppositiepartijen de minister altijd de hand boven het hoofd gehouden om, zo zeiden ze zelf, de economische stabiliteit te bewaren.

Aanleiding voor de veranderde en agressieve toon van de oppositie is de in de kiem gesmoorde getuigenis van een conciërge in één van de parlementaire enquêtecommissies die het corruptieschandaal onderzoekt. Het verhoor van Francenildo Costa was al een uur bezig toen het Braziliaans hooggerechtshof bevel gaf om de getuigenis te staken.

De conciërge was opgeroepen omdat hij de aanwezigheid van de minister kon bevestigen in het zogenaamde ‘lobbyhuis’, een villa in de hoofdstad Brasilia waar feestelijke bijeenkomsten zouden worden georganiseerd tussen de minister en vertegenwoordigers van diverse belangengroepen. Palocci ontkent ooit in het huis te zijn geweest, maar de conciërge beweert de minister verschillende malen te hebben gezien. In het uurtje dat hij kon getuigen verklaarde Francenildo dat de minister naar het huis ging om een vrouw te ontmoeten. Illegale lobbypraktijken kon hij echter niet bevestigen.

De regeringspartij Partido dos Trabalhadores (PT) beschuldigt de oppositie ervan de enquêtecommissie te gebruiken voor electorale doeleinden. De PT heeft het hooggerechtshof gevraagd om de getuigenis te verbieden omdat die het doel van de commissie overschrijdt. Het hof heeft de partij van president Luis Inácio Lula da Silva gelijk gegeven.

Op de minister van Financiën rusten echter nog een reeks andere beschuldigingen. De ernstigste is dat hij in zijn tijd als Burgemeester van de stad Riberão Preto in ruil voor licenties, maandelijks smeergeld ontving van de vuilnisverwerkingsbedrijf Leão e Leão. Of de minister zijn post kan behouden in de steeds fellere electorale strijd is maar de vraag.

woensdag, maart 15, 2006

DRUGSBENDES GEVEN WAPENS TERUG AAN BRAZILIAANS LEGER

SÃO PAULO, 15/03/2006 – Het Braziliaanse leger heeft de wapens die twee weken geleden uit een kazerne zijn gestolen terug gekregen van de lokale drugsbendes. Sinds de diefstal van tien geweren en één pistool hield het leger met meer dan 1.500 manschappen verschillende sloppenwijken in Rio de Janeiro bezet. Alle troepen hebben inmiddels de sloppenwijken verlaten, maar volgens de Braziliaanse Vice-president José Alencar kan het leger op elk moment terugkeren als de staat van Rio de Janeiro daar om vraagt.

Volgens de krant Folha de São Paulo zijn de wapens teruggegeven na onderhandelingen met de beruchte drugsfactie O Comando Vermelho. De drugsbende eiste als wederdienst dat alle troepen vertrokken uit de sloppenwijken, omdat de aanwezigheid van het leger de drugshandel verstikte. Het leger ontkent categorisch een deal te hebben gesloten met de drugshandelaren. “Het leger sluit geen akkoorden met criminelen”, aldus generaal Domingos Curado.

De rechtmatigheid van de militaire actie in de sloppenwijken is dubieus. Het leger is ingezet tegen de lokale bevolking zonder dat de noodtoestand is uitgeroepen of dat de staat van Rio de Janeiro daar expliciet om vroeg. Volgens sommige bronnen zijn er tenminste 16 doden gevallen bij de militaire operatie.

Lees ook: Leger bezet één voor één sloppenwijken Rio

dinsdag, maart 14, 2006

ALCKMIN WORDT LULA’S TEGENSTANDER IN PRESIDENTSVERKIEZINGEN

SÃO PAULO, 14/03/2006 – De PSDB, de belangrijkste Braziliaanse oppositiepartij, heeft vandaag na een impasse van meer dan drie maanden haar kandidaat naar voren geschoven voor de presidentsverkiezingen van 2006. De huidige gouverneur van São Paulo, Geraldo Alckmin, gaat het in oktober opnemen tegen de zittende president van Brazilië, Luis Inácio Lula da Silva. Daarmee heeft de gouverneur, enigszins verassend, de interne strijd binnen de PSDB gewonnen van de burgemeester van São Paulo, José Serra.

De vraag wie de presidentskandidaat zou worden voor de PSDB, spleet de partij al sinds eind december in tweeën. José Serra, de sterkste man in de peilingen, wilde zich alleen kandidaat stellen als de partij unaniem een beroep op hem zou doen om de handschoen op te nemen tegen Lula. Alleen zo kon hij zijn opgave van het burgemeestersmandaat van São Paulo legitimeren, dat nog loopt tot en met 2008. Geraldo Alckmin weigerde echter obstinaat om zijn kandidatuur op te geven en wilde het pleit via voorverkiezingen beslecht zien.

Het feit dat Lula zich steeds verder herstelde in de peilingen heeft de positie van Serra verder verzwakt. Het risico dat Serra de belangrijkste stad van Brazilië zou opgeven om uiteindelijk met lege handen achter te blijven werd daarmee te groot. De partijtop, die de eerste maanden van het jaar de burgemeester steunde, is deze week achter de kandidatuur van de gouverneur Geraldo Alckmin gaan staan. In een onmogelijke positie gemanoeuvreerd, gaf José Serra vanochtend zijn kandidatuur op.

Geraldo Alckim vertegenwoordigt de rechterkant van de PSDB. Hij wordt gezien als een bekwame bestuurder maar heeft, tot nu toe, geen coherente visie gepresenteerd over Brazilië. Vandaag liet hij weinig twijfel over welke snaar hij gaat bespelen tijdens de verkiezingscampagne: “Brazilië heeft genoeg van de corruptie”, aldus de gouverneur in een duidelijke verwijzing naar het corruptieschandaal waarin de regering Lula is verzand.

LIBANESE TERRORISME-VERDACHTE AANGEHOUDEN IN SÃO PAULO

SÃO PAULO, 14/03/2006 – De politie van de Braziliaanse miljoenenstad São Paulo heeft eergisteren de Libanese Rana Abdel Rahim Koleijat gearresteerd. Rana wordt ervan verdacht betrokken te zijn bij de dodelijke aanslag op de Libanese premier Rafik Hairiri.in 2005. De Libanese econome is tevens hoofdverdachte in één van de grootste zwendels uit de Libanese geschiedenis. Verschillende Libanese banken zouden door Rana in totaal 1,2 miljard dollar lichter zijn gemaakt. De Libanese politie denkt dat dit geld is gebruikt om de Hezbollah te financieren.

In principe had de Braziliaanse politie van Interpol alleen een opsporingsverzoek gekregen voor de Libanese. Volgens de Braziliaanse politie is Rana echter uiteindelijk gearresteerd omdat ze de politieagenten die haar zochten 200 duizend dollar aan smeergeld heeft aangeboden. “Toen onze agenten haar benaderden (…) zei ze: ‘Ik heb U$ 50 duizend, 100 duizend, 200 duizend, laat me gaan’”, aldus commissaris Nicanor Nogueira Branco. De advocaat van de Rana zegt dat het om een misverstand gaat: “mijn cliënte begreep niet wat door de agenten werd gezegd, dus kon ze hen ook geen geld aanbieden”.

De dood van Rafic Hairiri in februari 2005 stortte Libanon in een grote politieke crisis die na massale protesten leidde tot het vertrek van de Syrische troepen uit het land. Voorlopige rapporten van een onderzoekscommissie van de Verenigde Naties wijzen op Syrische betrokkenheid bij de aanslag.

maandag, maart 13, 2006

BRITSE POLITIE ONDERZOEKT JEAN CHARLES VOOR VERKRACHTING

SÃO PAULO, 13/03/2006 – Jean Charles de Menezes, de Braziliaanse elektricien die in juli 2005 is doodgeschoten in de Londense metro nadat hij verward was met een terrorist, wordt door de Britse politie verdacht van verkrachting. De verdenking is gerezen naar aanleiding van een telefoontje die is gepleegd meer dan zes maanden na de dood van de Braziliaan. Het slachtoffer van een verkrachting drie jaar geleden, zou Jean Charles de Menezes herkend hebben als de dader. De Engelse politie heeft de familie van Jean Charles om toestemming gevraagd om DNA monsters van de Braziliaan te onderzoeken.

“Dit is een opzettelijke poging om de aandacht af te leiden. Eerst beweert de politie dat hij een terrorist is en nu dit. Jean is er niet meer om zichzelf te verdedigen”, tekende de Engelse krant the independent gisteren op uit een bron in de omgeving van de familie van Jean Charles.

Los van het feit dat de Engelse politie een onschuldige man zevenmaal van dichtbij in het hoofd heeft geschoten, lopen in de zaak Jean Charles nog een hele serie andere beschuldigingen die de politie ernstig in verlegenheid brengen. Hoofdcommissaris Ian Blair zou bijvoorbeeld meteen na de dood van de Braziliaanse elektricien het publiek opzettelijk hebben misleid door te beweren dat de politie een terrorist had tegengehouden, terwijl hij al wist dat Jean Charles onschuldig was. Bovendien hebben volgens een onafhankelijk onderzoek de agenten die Jean Charles als terrorist hebben aangeduid, toen eenmaal bleek dat ze zich vergist hadden, het observatierapport vervalst.

vrijdag, maart 10, 2006

BRAZILIAANS CONGRES ZIET SCHADUWFONDSEN DOOR DE VINGERS

SÃO PAULO, 10/03/2006 – Het Braziliaans congres heeft gisteren tegen de royering van twee congresleden gestemd, die schaduwfondsen hebben gebruikt voor de financiering van hun verkiezingscampagnes. Roberto Brant van de oppositiepartij PFL en Professor Luizinho van de regeringspartij PT zijn daarmee ‘vrijgesproken’ voor hun rol in een groot corruptieschandaal die het Braziliaanse politieke bestel al bijna één jaar in zijn greep houdt.

In het schandaal wordt de regeringspartij Partido dos Trabalhadores (PT) van president Luis Inácio Lula da Silva ervan beschuldigd miljoenen te hebben doorgesluisd aan parlementariërs in ruil voor steun in het congres. Bovendien worden bijna alle politieke partijen ervan beschuldigd illegale schaduwfondsen te hebben gebruikt tijdens hun verkiezingscampagnes. Met de vrijspraken legitimeert het congres deze praktijk, die de Braziliaanse wetgeving ondubbelzinnig als een electorale misdaad aanduidt.

De congresleden maken een uiterst dubieuze scheiding tussen electorale misdaden en de parlementaire ethiek, op grond waarvan de congresleden geroyeerd mogen worden. “Schaduwfondsen zijn electorale overtredingen”, zegt het congreslid voor de oppositiepartij PSDB Jutahy Júnior, “ze kunnen bestraft worden met een boete (…) niet met het verlies van het mandaat”.

Analisten zien in de beslissing van het congres het onvermogen van de instelling om zichzelf te disciplineren. Omdat de meerderheid betrokken is bij de illegale praktijken, stemt diezelfde meerderheid tegen de bestraffing van de congresleden die door de mand zijn gevallen. “De kwestie van de tweede boekhouding staat op het spel, en iedereen is daarbij betrokken”, aldus de politicoloog Fábio Wanderley Reis.

De desillusie van de Braziliaanse bevolking in het congres is wijdverbreid. Allemaal hetzelfde, allemaal boeven, lijkt de gangbare mening te zijn. De stilzwijgende afspraak om bijna niemand te bestraffen in het lopende corruptieschandaal zal de demoralisatie van de instelling alleen maar versterken.

woensdag, maart 08, 2006

LEGER BEZET ÉÉN VOOR ÉÉN SLOPPENWIJKEN RIO

SÃO PAULO, 08/03/2006 – De sloppenwijken van Rio de Janeiro worden één voor één door troepen van het Braziliaanse leger bezet. Sinds vorige week patrouilleren meer dan 1.500 manschappen door negen verschillende favelas. Aanleiding voor de bezetting is de diefstal uit een kazerne van tien geweren en een pistool. Het leger zegt niet uit de sloppenwijken te vertrekken totdat de wapens worden gevonden en sluit niet uit dat meer sloppenwijken in de actie zullen worden betrokken.

De legale basis voor de actie is een wet die het leger het recht geeft misdaden te onderzoeken die gepleegd zijn op militaire bases. Via het zogenoemde Politioneel Militair Onderzoek (Inquérito Policial Militar, IPM) mag het leger ook buiten de kazernes zoeken naar ontvreemd materiaal. Het leger mag ook huizen doorzoeken, mits het hiervoor een huiszoekingsbevel heeft. Woordvoerders van de militairen beweren dat alleen ‘verdachte’ huizen worden doorzocht.

De bezetting van het leger heeft inmiddels al aan één bewoner het leven gekost. Een zestienjarige jongen werd in een vuurgevecht tussen lokale bendes en de militairen twee keer in de borst geraakt en overleed ter plekke. Volgens bewoners verwarden de militairen de paraplu van de jongen met een geweer. Het leger ontkent verantwoordelijk te zijn voor het dodelijke slachtoffer en legt de schuld bij de drugsbendes.

De Braziliaanse publieke opinie lijkt de actie van het leger te steunen. Lezers van de kranten O Globo en O Dia hebben via online-enquêtes massaal hun fiat uitgesproken over de militaire operatie. Één lezer zegt zelfs dat wat hem betreft de bezetting permanent moet zijn.

De sloppenwijken van Rio de Janeiro zijn, nog meer dan in andere grote steden in Brazilië, gebieden geworden waar de Brazilaanse staat de controle over is kwijtgeraakt. Door jarenlange verwaarlozing en disrespect hebben drugsbendes een steeds grotere greep gekregen op de lokale bevolking van de favelas. Voor veel Brazilianen staat daarom een bewoner van een sloppenwijk gelijk aan een crimineel.

In lijn met deze mentaliteit neemt de politie het niet zo nauw met de burgerrechten van de favelados, die gevangen lijken tussen de willekeur van de drugsbendes en het brute optreden van een vijandig politieapparaat.

dinsdag, maart 07, 2006

ONGELIJKHEID BRAZILIË DAALT

SÃO PAULO, 07/03/2006 – Een studie van de wereldbank toont aan dat de inkomensongelijkheid in Brazilië aan het dalen is. Gemeten volgens de Gini index bekleedt Brazilië in 2004 de 10de plaats van de meest ongelijke landen op de planeet. Nog steeds een zeer slechte score maar beter dan de 2de plaats die het bereikte begin jaren negentig, toen het land gebukt ging onder een periode van hyperinflatie.

De studie, getiteld The rise and fall of Brazilian inequality, laat zien dat sinds 1993 de ongelijkheid in Brazilië een ononderbroken dalende trend heeft ingezet. De belangrijkste oorzaak van deze structurele daling lijkt het onder controle brengen van de inflatie te zijn. Maar de wereldbank wijst ook op andere mogelijke verklaringen, zoals het feit dat een hogere opleiding niet meer een (veel) hoger inkomen garandeert en een grotere focus van de Braziliaanse regering op sociaal-economische programma’s voor de armere lagen van de bevolking.

De Gini index voor inkomensongelijkheid produceert voor elk land een cijfer tussen de 0 en de 1, waarbij de 0 een perfect gelijke verdeling van het inkomen tussen alle inwoners impliceert en de 1 betekent dat al het inkomen is geconcentreerd bij één persoon. Het rapportcijfer voor Brazilië in 2004 is 0,56. Namibië, het slechts scorende land in 2004, krijgt een 0,71. Nederland had in 2003 een score van 32,6, waarmee het behoorde tot de top vijf meest gelijke landen van de wereld.

De wereldkampioenen in ongelijkheid:

1) Namibië (0,71)
2) Haïti (0,68)
3) Botswana (0,63)
4) Lesoto (0,63)
5) Centraal-Afrikaanse Republiek (0,61)
6) Zuid-Afrika (0,58)
7) Bolivia (0,58)
8) Guatemala (0,58)
9) Zimbabwe (0,57)
10) BRAZILIË (0,56)

maandag, maart 06, 2006

BRAZILIAANS LEGER OMSINGELT SLOPPENWIJKEN

SÃO PAULO, 06/03/2006 – Zes sloppenwijken in Rio de Janeiro worden al drie dagen door het Braziliaanse leger omsingeld. Auto’s en personen worden bij de ingangen naar de Favela’s doorzocht door meer dan 600 manschappen in volle oorlogsuitrusting. Het leger wordt tegen de eigen bevolking ingezet zonder dat de noodtoestand is uitgeroepen of de federale regering zich überhaupt over de zaak heeft uitgesproken.

Aanleiding voor de actie van het leger is de diefstal door gemaskerde mannen van 10 geweren en één pistool in een kazerne van Rio de Janeiro. De militairen hebben orders de sloppenwijken te bezetten totdat de ontvreemde wapens worden gevonden. De collectieve straf tegen de sloppenwijkbewoners wordt gebaseerd op het feit dat de hoofdverdachte voor de diefstal een soldaat is die in de sloppenwijken woont.

Vanochtend hebben drugsbendes in een wraakactie een huisgemaakte granaat naar een blokkade geworpen. Het explosief ontplofte op enige afstand van de militairen en niemand raakte gewond.

De meeste bewoners weigeren zich uit te spreken over de situatie in hun wijk. Velen spreken echter met hun voeten en verlaten de belegerde favela’s. “Ik ga een paar dagen bij familie slapen”, aldus een bewoner.

vrijdag, maart 03, 2006

SERRA VERKLAART ZICH KOMENDE DAGEN KANDIDAAT

SÃO PAULO, 03/03/2006 – De burgemeester van São Paulo José Serra zal zich de komende dagen officieel melden als kandidaat voor de presidentsverkiezingen van Brazilië, dat staat in een vandaag verschenen artikel van de krant O Globo. Serra werd al maanden onder druk gezet om zijn kandidatuur openlijk te verklaren. De burgemeester stelde echter zolang mogelijk uit, omdat hij liever ‘gevraagd’ zou worden door de PSDB, de belangrijkste oppositiepartij, om de strijd aan te gaan tegen de zittende president Luis Inácio Lula da Silva. Daarmee zou de partij eenheid uitstralen, aldus Serra.

Die optie werd met het verstrijken van de tijd echter steeds minder waarschijnlijk omdat Serra binnen de PSDB op agressieve wijze wordt uitgedaagd door de gouverneur van São Paulo, Geraldo Alckmin. De gouverneur stelt zich al maanden op als de ‘natuurlijke’ kandidaat voor het presidentschap en zegt dat Serra zijn burgemeestersmandaat voor de stad São Paulo, dat loopt tot 2008, gewoon dient uit te zitten.

Wie de kandidaat voor de PSDB wordt in de Braziliaanse presidentsverkiezingen van 2006 is nog steeds niet beklonken en de interne strijd splijt de partij in tweeën. Maar de geïnformeerde gokker zet in op Serra. Hij heeft de voorkeur van zijn partijtop, die een beslissende stem in het proces heeft, in de peilingen is hij de enige die een kans maakt om Lula te verslaan en de gedoodverfde coalitiepartij van de PSDB, het rechtse PFL, heeft liever Serra als kandidaat dan Alckmin.

De onderlinge strijd in de PSDB heeft president Lula in de kaart gespeeld. Al maanden voert hij in zijn eentje campagne terwijl zijn tegenstanders onderling kibbelen over de kandidatuur. Enkele maanden geleden had de president een achterstand op José Serra in de peilingen voor de presidentsverkiezingen van 2006 maar inmiddels heeft Lula in alle peilingen weer een voorsprong genomen.

donderdag, maart 02, 2006

HUGO CHÁVEZ WINT CARNAVAL RIO

SÃO PAULO, 02/03/2006 – De sambaschool Vila Isabel mag zich kronen als de kampioen van het carnaval van 2006. De prestigieuze competitie tussen de sambascholen is het belangrijkste evenement van het carnaval in Rio de Janeiro. De overwinning mag voor een groot deel worden toegeschreven aan de Venezolaanse president Hugo Chávez die via de olie- en gasbedrijf PDVSA één miljoen Braziliaanse real heeft gedoneerd aan de sambaschool.

De schenking van Chávez was niet vrijblijvend. De winnende processie was een onverhulde verheerlijking van Simon Bolivar, de Zuid-Amerikaanse revolutionair die het continent wilde verenigen en waarop Hugo Chávez zich zegt te inspireren. Officieel was het thema van de Vila Isabel de ‘latijnsheid’ van de Zuid-Amerikaanse volkeren. Deze ‘latijnsheid’ werd echter onder anderen gesymboliseerd door een meer dan tien meter hoog beeld van Bolivar. Aanhangers van de school zwaaiden in het publiek met Venezolaanse vlaggen.

De sambascholen maken elk jaar een spectaculaire gang langs een speciaal hiervoor ontworpen stadion (de sambódromo) om uit te maken wie de felbegeerde trofee mee naar huis mag nemen. De scholen worden door een jury onder anderen gekeurd op muziek, choreografie, kostuums en ritme. De presentaties zijn gelardeerd met speciale effecten (en halfnaakte vrouwen).

Het gebruik van de sambascholen voor politieke propaganda is geen uitzondering, zeker niet in een verkiezingsjaar. De presentaties worden voor maanden voorbereid en kosten miljoenen. Sponsors van allerlei pluimage zijn maar al te graag bereid om geld in de scholen te steken in ruil voor invloed in de uitvoering.

woensdag, maart 01, 2006

DONATIES BANKEN AAN PT VERTIENVOUDIGEN

SÃO PAULO, 01/03/2006 – De donaties van Braziliaanse banken aan de Partido dos Trabalhadores (PT), de regeringspartij van president Luis Inácio Lula da Silva, zijn sinds 2002 met 1000% gegroeid. Tussen 2002 en 2004 zijn de overdrachten van banken aan de PT gesprongen van 520 duizend Braziliaanse real naar 5,7 miljoen.

In de burgemeester- en deelstaatverkiezingen van 2004 ontving de PT bijna twee keer zoveel aan donaties als de belangrijkste oppositiepartij PSDB. Op het eerste gezicht is dat opmerkelijk omdat de PT socialistische oorsprongen heeft en in het verleden harde krititek leverde op de Braziliaanse financiële sector. Holle retoriek, blijkt achteraf. De Braziliaanse banken beleven gouden tijden door het economische beleid van Lula, dat een hoge staatsschuld combineert met de hoogste rentes van de planeet.

De Braziliaanse politcoloog Bruno Speck geeft nog een extra verklaring voor de gulheid van de banken: “banken onderhouden relaties met de macht en niet met een ideologie”

zaterdag, februari 25, 2006

CARNAVAL

COLUMN – Het is carnaval en voor een week staat Brazilië stil. Twee derde van de bevolking stort zich in de seks, drugs en samba. De rest vlucht of naar vakantiehuisjes in het binnenland en aan het strand om aan de eerste groep te ontsnappen, of blijft waar het de rest van het leven zal blijven: bedelend in de goot of zich kapot werkend voor 1 euro per dag.

Maar afhankelijk van je definitie van carnaval zou je kunnen zeggen dat het feest in Brazilië al veel langer aan de gang is. Een eeuw of vijf om precies te zijn.

Wat dacht je van deze parel: de onafhankelijkheid van Brazilië in 1822 is gepland en ingezet door de Portugese koning. “Als Brazilië zich afscheiden moet” zei de oude man tegen zijn zoon Pedro, “moge het dan onder jou gebeuren en niet aan de hand van één van die avonturiers”.

En ja hoor, een jaartje later riep Pedro de freudiaanse woorden “de onafhankelijkheid of de dood” en kroonde zich tot de eerste keizer van Brazilië. Machthebbers die zichzelf omverwerpen om zich te vervangen door zichzelf, Brazilië heeft er een handje van.

Ook het laatste jaar was een lange polonaise van bizarre taferelen. De Partido dos Trabalhadores, de vaandeldrager van de moraal in de Braziliaanse politiek, stortte zich in een gigantisch corruptieschandaal; één van haar leden werd gepakt met zwart geld in de onderbroek, wat een heel nieuwe betekenis geeft aan de term ‘wit wassen’; de president lijkt ondanks de corruptie binnen zijn eigen partij de verkiezingen gewoon te gaan winnen; een massamoordenaar werd door een rechtshof doodleuk vrijgesproken omdat hij ‘strikte bevelen’ zou volgen; congresleden waren de helft van de tijd op vakantie; nadat het rechters verboden was om familieleden aan te stellen in vertrouwensfuncties, riep er eentje zonder gêne op nationale televisie: “dan vervang ik ze gewoon door vrienden”. Enz, enz, ad nauseum.

In mijn flat in São Paulo is al een maandje een ruzie aan de gang over een zieke boom op het voorpleintje. De boom moet omgehakt worden, maar een groot deel van de bewoners is het er niet mee eens. De natuur moet beschermd worden, luidt de strijdkreet.

Elke keer dat ik door het betonnen monster São Paulo circuleer, moet ik een klein beetje om de gevoeligheden van mijn flatgenoten lachen. Gisteren bleef ik een tijdje in de file staan op een brug over Pinheiros, een bruinzwarte, stroperige watermassa die voor een rivier moet doorgaan. In de walm van de uitlaatgassen en de rottende rivier dacht ik: “wordt het niet is tijd dat het eindelijk is afgelopen met het carnaval”

vrijdag, februari 24, 2006

BRAZILIË DICHTBIJ PROMOTIE NAAR FINANCIËLE EREDIVISIE

SÃO PAULO, 24/12/2006 – De Braziliaanse regering heeft aangekondigd dat het alle Brady bonds, ter waarde van 6,64 miljard dollar, gaat terugkopen in de internationale markten. De zogenoemde ‘Bradies’ zijn de titels die begin jaren negentig zijn uitgebracht om de buitenlandse schuld van Brazilië te herstructureren na het moratorium van de jaren 80. Hoewel de Bradies tegenwoordig maar een klein percentage van de totale buitenlandse schuld uitmaken, is de versnelde terugkoop een belangrijke symbolische stap waarmee het land definitief breekt met zijn geschiedenis als internationale wanbetaler.

Door het gunstige internationale klimaat draait de Braziliaanse economie sinds enkele jaren met een structureel handelsoverschot. De betalingsbalans van het land is daardoor flink verbeterd en stelt het land in staat om de buitenlandse schuld met grote happen te verkleinen. Eerder dit jaar loste Brazilië al zijn verplichtingen met het Internationaal Monetair Fonds af voor een bedrag van 15,1 miljard dollar. “De buitenlandse schuld is niet langer een probleem”, verklaarde de secretaris van het ministerie van financiën, Joaquim Levi, in de nieuwszender Globonews.

Met het verbeterde schuldenplaatje dalen ook de indicatoren van consultancy bedrijven, zoals JP Morgan en Standard & Poor, die het risico meten om in Brazilië te investeren. Voor het Braziliaanse ministerie van financiën is het bijna een obsessie geworden om van deze instellingen de kwalificatie ‘investment grade’ te krijgen. Zonder deze label mogen institutionele beleggers, zoals pensioenfondsen, over het algemeen niet investeren in een land of bedrijf en is de prijs van kapitaal veel duurder.

In de Financial Times gaf Drausio Giacomelli van JP Morgan een indicatie dat de Braziliaanse regering op het punt staat tot deze financiële eredivisie toe te treden. “We voorzagen dat de investment grade voor het eind van dit decennium zou kunnen worden bereikt. Maar met de sneller dan verwachte verbetering van de betalingsbalans, zou dat al binnen een paar jaar kunnen gebeuren”

donderdag, februari 23, 2006

LULA HERWINT VERTROUWEN BRAZILIAANSE MIDDENKLASSE

SÃO PAULO, 23/02/2006 – De nieuwste peiling van het instituut Datafolha naar de presidentsverkiezingen van 2006 laat zien dat president Luis Inácio Lula da Silva nu ook terrein wint bij de hogere inkomensgroepen en hoger opgeleiden van Brazilië. Als er vandaag verkiezingen zouden worden gehouden dan zou Lula bij dit segment van de Braziliaanse samenleving weliswaar nog steeds verliezen van zijn belangrijkste rivaal, de burgemeester van São Paulo José Serra, maar de afkeer van Lula heeft een dalende trend ingezet.

Analisten zeggen niet verrast te zijn door het resultaat van de peiling. De hogere segmenten laten zich vooral leiden door economische prestaties. Nu de economie ondanks de corruptiecrisis die de regering van Lula heeft vertroebeld, relatief stabiel is gebleven, keert de Braziliaanse middenklasse langzaam terug naar het kamp van de huidige president.

De historicus Carlos Eduardo Sarmento van de hoog aangeschreven instelling Fundação Getulio Vargas (FGV), verklaart in de krant O Globo dat de middenklasse zijn angst voor Lula is kwijtgeraakt. “Dit deel van de samenleving geeft geen prioriteit aan sociale indicatoren. De dalende risco país [belangrijkste indicator voor het investeringsrisico in een land, ALL] en dollar stralen een signaal van vertrouwen uit. We staan niet aan de rand van de afgrond, zoals velen dachten, maar hebben zelfs perspectief op groei”.

De politicologe Lúcia Hippólito wijst in dezelfde krant op een andere factor: “sommige ondernemers vinden Serra, de mogelijke tegenkandidaat van de PSDB, te onafhankelijk. Voor hen is het beter dat Lula wordt herkozen, dan houdt de economie zich stabiel”.

Als alle segmenten van de Braziliaanse samenleving worden meegeteld dan wint Lula ook in het onderzoek van Datafolha van al zijn opponenten.

woensdag, februari 22, 2006

BRAZILIAANSE BANKEN MAKEN RECORDWINSTEN

SÃO PAULO, 22/02/2006 – De Braziliaanse banken publiceren deze maand hun jaarcijfers en de ene na de andere noteert recordwinsten. Gisteren melde Banco Itaú een winst van 5,25 miljard real (+/- 2,01 miljard euro), het grootste bedrag ooit verwezenlijkt door een Braziliaanse bank. Het record hield echter niet lang stand. Bradesco, de grootste bank van Brazilië, overtrof vandaag de prestatie van Itaú en noteerde een winst van 5,51 miljard real (+/- 2,16 miljard euro.) Eerder deze maand hadden Unibanco, Banco do Brasil en Caixa Econômica Federal al bedrijfsrecords neergezet.

De cijfers bevestigen de gouden tijden die de financiële sector beleeft in Brazilië. De banken verdienen gouden bergen met een zwaar in de schulden gestoken publieke sector gecombineerd met de hoogste reële rentestanden van de planeet.

Van de topvier meest lucratieve bedrijven in Brazilië zijn er drie banken. Alleen het Braziliaanse olie- en gasbedrijf Petrobras slaagt erin de cordon van banken te doorbreken. Maar Petrobras doet dat dan ook met verve. Het bedrijf realiseerde de hoogste winst ooit geregistreerd door een Zuid-Amerikaans bedrijf: 23,73 miljard real (+/- 9,31 miljard euro.)

De dochter van de ABN AMRO bank, Banco Real, is de op één na grootste buitenlandse bank in Brazilië en profiteert zeker mee van de overvloed in de sector. Bijkomend voordeel voor dé Bank is dat het veel zal winnen in de conversie door de expressieve stijging van de Braziliaanse real ten opzichte van de euro.

dinsdag, februari 21, 2006

SERRA OF ALCKMIN? PSDB SPLIJT OVER KANDIDATUUR

SÃO PAULO, 21/02/2006 – De interne strijd in de belangrijkste Braziliaanse oppositiepartij PSDB over wie hun presidentskandidaat wordt voor de verkiezingen van 2006, splijt de partij in tweeën. De partijbonzen die normaal gesproken de kandidatuur beklinken, ook wel het triumviraat genoemd (oud-president Fernando Henrique Cardoso, partijvoorzitter Tasso Jereissati en Gouverneur van Minas Gerais Aécio Neves), lijken te kiezen voor de huidige burgemeester van São Paulo, José Serra. Een meerderheid van de partijkaders, daarentegen, verkiest de Gouverneur van São Paulo, Geraldo Alckmin

Alckmin, die de voorkeur van het triumviraat voor zijn rivaal weigert te accepteren, roept steeds luider om voorverkiezingen om de kandidatuur van de PSDB voor de presidentsverkiezingen te beslechten. Hij wordt in zijn streven gesteund door belangrijke partijleden. “We kunnen niet hebben dat enkelen spreken in naam van alle anderen”, zei Marconi Perillo, de gouverneur van Goiás, in een nauwelijks verhulde sneer aan de partijbonzen.

Vorige week waren de gemoederen verhit toen het triumviraat niet kwam opdagen bij een barbecue van Geraldo Alckmin en in plaats daarvan ging lunchen in een chique restaurant met José Serra. Oud-president Fernando Henrique Cardoso probeert de zaak te sussen voordat de emoties de overhand krijgen en de strijd buiten controle raakt. “Als het ons niet lukt om een situatie te creëren die de consensus draagt, zal [de kandidatuur] uiteraard niet worden beklonken door twee of drie mensen”. De oud-president weigerde echter te spreken van voorverkiezingen.

Ondertussen ziet de huidige president van Brazilië, Luis Inácio Lula da Silva, de escalerende ruzie bij zijn belangrijkste concurrenten met tevredenheid aan. Al enkele maanden voert hij in zijn eentje campagne en versterkt hij zich in de peilingen, terwijl zijn tegenstanders kibbelen over de kandidatuur. Bovendien hoopt hij dat de interne strijd onherstelbare schade oplevert aan wie ook de kandidaat wordt voor de PSDB in de Braziliaanse presidentsverkiezingen van 2006. Of dat nu José Serra is, of Geraldo Alckmin

maandag, februari 20, 2006

BONO VOX STAPT IN LULA’S CAMPAGNETREIN

SÃO PAULO, 20/02/2006 - De zanger van de Ierse rockband U2, Bono Vox, heeft zondag een bezoek gebracht aan het presidentiele paleis van Brazilië, A Granja do Torto. Bono ontmoette de Braziliaanse president Luis Inácio Lula da Silva, poseerde samen met hem voor foto’s en deed complimenteuze verklaringen over de president.

De rockster verklaarde dat hij zijn hele leven al naar de hoofdstad Brasilia wilde komen. “Het is een droom om hier te zijn”, zei Bono, “ik verlang de president te ontmoeten omdat hij vecht tegen de armoede, niet alleen in Brazilië, maar in de hele wereld”. De sociaal geëngageerde zanger doneerde ook een gitaar om geveild te worden voor Lula’s troetelproject Fome Zero ('Nul Honger'.)

De regering verklaarde dat de ontmoeting tussen de twee een verzoek van Bono Vox was. Desalniettemin past de gebeurtenis naadloos in de verkiezingscampagne van Lula, die in oktober zijn presidentsband moet zien te verdedigen.

U2 is in Brazilië in het kader van hun wereldtournee Vertigo. Maandag en Dinsdag geeft de band twee megashows in het voetbalstadium Morumbi in São Paulo. Beiden waren in een mum van tijd uitverkocht.

Deze week voor carnaval deed ook een andere rockband Brazilië aan. The Rolling Stones gaven zondag een gratis concert weg op het strand van Copacabana in Rio de Janeiro voor een recordpubliek van meer dan 1,3 miljoen (!) toeschouwers. De leadzanger van de band, Mick Jagger, koos ervoor geen politici te ontmoeten tijdens zijn verblijf in Brazilië. Liever dook hij in het nachtleven van Rio de Janeiro.