vrijdag, december 16, 2005

"LANDBOUW IS DE LOCOMOTIEF VAN HET ONDERHANDELINGSPROCES"

SÃO PAULO, 12/12/2005 - In de huidige onderhandelingsronde van de Wereldhandelsorganisatie (WTO) heeft Brazilië, als belangrijkste initiatiefnemer en woordvoerder van de G-20, zich in een sleutelpositie gemanoeuvreerd. Het is onmogelijk geworden een akkoord te sluiten in de WTO dat geen rekening houdt met de belangen van deze Zuid-Amerikaanse reus.

Brazilië dankt deze bevoorrechte positie in de Doha-ronde aan een machtsverschuiving in het diplomatieke krachtenveld van de WTO. Bij de vorige ronde, de zogenaamde Uruguay-ronde, werden de belangrijkste beslissingen nog genomen door 4 grote spelers: de VS, Europa, Japan en Canada. Maar tijdens de mislukte WTO-top van 2003 in Cancun bleek dat deze zogenoemde Quad niet meer bij machte was om zijn wil op te leggen in de onderhandelingen.

Onder leiding van Brazilië werd in Cancun de G-20 opgericht, een krachtige en coherente coalitie van landen met een competitieve landbouw en met het expliciete doel om verstorende subsidies te elimineren en toegang te krijgen tot de Amerikaanse en Europese markten. Tot onverhulde ergernis van de Amerikaanse en Europese onderhandelaars in Cancun, torpedeerde de G-20 hun voorstellen voor landbouwhervormingen. De rijke landen boden te weinig, veel te weinig, was het oordeel van de G-20.

Om het ferme optreden van Brazilië te begrijpen, voldoet een blik op het buitenproportionele belang van de agrarische sector bij dit continentale land. De landbouw vertegenwoordigt 31% van het Braziliaanse BNP (in vergelijking met de 2,1% van de EU) en 37% van de werkgelegenheid. Bovendien zijn landbouwproducten verantwoordelijk voor 40% van alle export. Simpel gezegd is de landbouw voor het land van levensbelang. Voor Brazilianen is het veelgebruikte argument dat de boeren in Europa een cultureel landschap in stand houden dan ook bijna lachwekkend. “Brazilië kan zich een dergelijke luxe niet veroorloven”, ironiseert de columnist Clovis Rossi in de krant Folha de São Paulo..

Brazilië, en met haar de G-20, heeft een wereld te winnen bij een liberalisering van de landbouw. Volgens een recente studie van de OECD (Organisation for Economic Co-operation and Development) levert een korting van 50 % in de importheffingen en subsidies van de rijke landen de Braziliaanse economie jaarlijks U$ 1,7 miljard op. Waar het de landbouwhervormingen betreft, wil Brazilië daarom het onderste uit de kan halen.

De EU-commissaris voor handel, Peter Mandelson, beweert dat de onderhandelingen in de WTO uit balans zijn geraakt door een te grote focus op de landbouw. Maar voor de Braziliaanse onderhandelaars draait Mandelson de zaken om. De Doha-ronde, ook wel de ontwikkelingsronde genoemd, is juist opgestart om de onevenwichtige uitkomsten uit het verleden goed te maken. Tijdens de Uruguay-ronde is bijna uitsluitend de markt voor industriële goederen en diensten geliberaliseerd en is het landbouwbeleid van de VS en Europa geriefelijk buiten beschouwing gelaten. Een hervorming van de agrarische handelspolitiek, zo redeneert de Braziliaanse diplomatie, is al lang over tijd.

Marcos Jank, één van de grootste Braziliaanse specialisten op het gebied van internationaal handelsoverleg, vat de positie samen in een metafoor: “de landbouw is de locomotief van het onderhandelingsproces, als die niet beweegt, blijven de andere wagons staan”.

En voorlopig vertrekt de trein niet. Het voorstel van de EU dat nu op tafel ligt is voor de G-20 en Brazilië volstrekt onaanvaardbaar. De G-20 willen dat de gemiddelde importheffingen voor landbouwproducten met minimaal 54% worden gekort, maar de EU komt niet verder dan 39%, in feite een cosmetische verandering omdat de gehanteerde importheffingen een stuk lager liggen dan het plafond aan importheffingen die de EU zichzelf toestaat. De EU stelt eigenlijk voor het plafond naar beneden te halen maar laat de reële tarieven nagenoeg ongemoeid.

Een ander struikelblok is de aanwijzing van de ‘gevoelige’ producten die grotendeels buiten beschouwing mogen worden gelaten bij de tariefkortingen. De G-20 eisen dat niet meer dan 1% van de landbouwproducten voor de label ‘gevoelig’ in aanmerking mag komen, maar de EU pleit voor minstens 8%. “Genoeg om bijna alle producten te omvatten die Brazilië naar de Europese markt exporteert”, aldus Marcos Jank.

En dan is er nog het probleem van de exportsubsidies. In het July Framework uit 2004 zijn de belangrijkste partijen in de Doha-ronde overeengekomen dat dit buitengewoon verstorend instrument volledig zal worden afgeschaft. De vraag wanneer bleef echter onbeantwoord. De G-20 hebben het jaar 2010 op het oog, maar de Europese onderhandelaars weigeren in hun voorstel een datum te noemen. In Brazilië vragen ze zich af tegen wie Peter Mandelson het heeft als hij zegt dat “de andere landen zouden moeten instemmen met de geweldige deal die hen wordt aangeboden”.

De Braziliaanse diplomatie heeft inmiddels ook door dat de ministeriele topontmoeting in Hong Kong van deze week geen doorbraak zal brengen in de onderhandelingen. De blik is nu gericht op 2006. De Braziliaanse president Luis Inácio ‘Lula’ da Silva.heeft de wereldleiders opgeroepen om in januari bij elkaar te komen om de onderhandelingen van de Doha-ronde vlot te trekken:

“Deze besluiten zijn zo belangrijk dat ze niet meer mogen worden genomen door onze technici en ministers, maar moeten worden opgepakt door de wereldleiders. Als we dat nu niet doen, zullen we ervoor zorgen dat voor de komende 20 of 30 jaar de ongelijkheid, de verarming en, wie weet, de toename van het terrorisme, voortduurt”.

3 opmerkingen:

Américo Lucena Lage zei
Deze reactie is verwijderd door een blogbeheerder.
Anoniem zei

Rico! Je hebt een lezer! alles goed?
Groeten en succes met je log

ps ajax staat eindelijk weer eens in het linkerrijtje...pfffffWOEHAAAHAA!!

Américo Lucena Lage zei

mooi Onno, daar kan ik de adverteerders mee strikken. Al is de doelgroep "feyenoorder" natuurlijk niet de meest koopkrachtige.

Overigens neemt Ajax gewoon een aanloop voor de grote sprong voorwaarts.