dinsdag, mei 30, 2006

OVERSCHOT HANDELSBALANS BRAZILIË VERMINDERT

SÃO PAULO, 30/05/2006 – Het cumulatieve overschot op de handelsbalans (verschil tussen export en import) van Brazilië is deze maand voor het eerst onder het resultaat van 2005 gedoken. Tot nu toe heeft Brazilië in 2006 voor U$ 15,214 miljard meer geëxporteerd dan geïmporteerd. In 2005 bedroeg dat saldo nog U$ 15,429 miljard. De sterke real, de nationale munt van Brazilië, wordt aangewezen als de hoofdschuldige voor het afnemende overschot op de Braziliaanse handelsbalans.

Braziliaanse exportbedrijven klagen al langer dat de sterke real hun competitiviteit aan het aantasten is, maar tot nu toe werden hun klachten niet door de cijfers ondersteund. In de maand mei van 2006 is echter gebleken dat de import van Brazilië veer sterkere groei vertoont dan de export. Het recordoverschot op de handelsbalans van 2005, U$ 44 miljard, zal in 2006 onmogelijk worden herhaald.

Om de opmars van de Braziliaanse real te stuiten, maakt de Braziliaanse regering intussen aanstalten om de regels voor de valutahandel te veranderen. De president van de Centrale Bank, Henrique Mereilles, verklaarde gisteren dat “Brazilië zijn wetgeving moet aanpassen aan de nieuwe realiteit van een geglobaliseerd Brazilië”. Exportbedrijven zijn tot nu toe gedwongen om hun vreemde valuta binnen 210 dagen om te zetten in Braziliaanse reais. De regels en eisen hiervoor zullen naar alle waarschijnlijkheid worden versoepeld.

woensdag, mei 24, 2006

AUTORITEITEN VERANDEREN OFFICIELE CIJFERS

SÃO PAULO, 24/05/2006 – In de nasleep van de ongekende golf aanslagen die door bendeleden van de criminele factie PCC is ontketend op de veiligheidsdiensten van de Braziliaanse deelstaat São Paulo, wringen de autoriteiten zich in allerlei bochten om het grote aantal omgekomen ‘verdachten’ te verklaren. Van de ene op de andere dag heeft de regering van de deelstaat de officiële cijfers bijgesteld. In de nieuwste versie zijn er 79 mensen omgekomen in confrontaties met de politie die in verband stonden met de aanslagen van vorige week. Eergisteren rapporteerde het ministerie van openbare veiligheid van São Paulo nog 110 omgekomen ‘verdachten’.

De overgebleven 31 doden hebben geen verband met de aanslagen van de PCC, aldus het ministerie voor openbare veiligheid. Verschillende overheidsdiensten hebben echter verschillende verklaringen voor deze doden. Volgens de minister voor openbare veiligheid van São Paulo, Saulo Castro Abreu Filho, waren in de eerste cijfers gewone geweldsdelicten meegenomen. “In eerste instantie hebben we alle lichamelijke verwondingen met dodelijke afloop meegenomen, zelfmoord, het maakt niet uit”, zegt Abreu Filho.

De hoofdcommissaris van de politie, Elizeu Eclair Texeira, geeft echter een andere, tegenstrijdige verklaring. Volgens hem zijn alle 31 doden gevallen bij confrontaties met de politie bij ‘gewone’ misdaden. “Het zijn gevallen van verzet met dood als gevolg bij overvallen op barretjes, banken en woningen”, aldus Texeira.

Tot nu toe hebben de autoriteiten geen namen bekend gemaakt van de omgekomen ‘verdachten’. Dat zou de privacy van de betrokkenen schaden en het politieonderzoek verstoren. Het openbaar ministerie van Brazilië heeft de regering en politie van São Paulo echter een termijn van 72 uur gegeven om deze gegevens openbaar te maken. Meteen na het ultimatum van het OM hebben de autoriteiten van de deelstaat hun officiële cijfers bijgesteld.

maandag, mei 22, 2006

MIST HANGT ROND POLITIEGEWELD SÃO PAULO

SÃO PAULO, 22/05/2006 – De autoriteiten proberen een scherm op te trekken rond de reactie van de politie op de bendeterreur in de Braziliaanse deelstaat São Paulo. Ze slagen er echter niet in om de verdenkingen weg te nemen dat de politie de afgelopen week een ware slachting heeft aangericht in de stedelijke regio São Paulo. Zorgwekkende berichten en cijfers duiden erop dat doodseskaders zwerven over voornamelijk de armere wijken van deze miljoenenstad

Sinds bendeleden van de Primeiro Comando da Capital (Eerste Commando van de Hoofdstad, PCC) vorige week een ongekende golf aanslagen hebben ontketend op de justitiële diensten, het openbaarvervoer netwerk en de banken van de rijkste en dichtstbevolkte deelstaat van Brazilië, zijn er volgens het ministerie voor openbare veiligheid van São Paulo tenminste 109 verdachten omgekomen bij confrontaties met de politie. De autoriteiten weigeren echter de identiteit van deze verdachten vrij te geven en zwijgen over het tijdstip en de plaats van de confrontaties. Het openbaar maken van deze gegevens zou een inbreuk zijn op de privacy van de slachtoffers en tevens het politieonderzoek verstoren, aldus het ministerie voor openbare veiligheid.

Hoewel de officiële cijfers al onrust baren, blijken de gegevens die door de autoriteiten zijn vrijgegeven bovendien niet te rijmen met de statistieken van mortuaria. Een artikel van de krant Folha de São Paulo maakte gisteren bekend dat er sinds de start van de gewelddadigheden 272 slachtoffers van vuurwapengeweld zijn binnengebracht bij verschillende lijkenhuizen. Als van dat aantal worden afgetrokken de officiële cijfers - de autoriteiten meldden eergisteren 138 doden in verband met de aanslagen - en de normale weekgemiddelden – in São Paulo komen er per week 65 mensen om door vuurwapengeweld – dan blijven er nog 69 doden over die om een verklaring vragen.

Boven op de cijfers komt een hele reeks ooggetuigenverslagen van in het zwart geklede mannen met bivakmutsen die jonge mannen in armere wijken standrechtelijk executeren. Bewoners van het huizencomplex Filhos da Terra in noord São Paulo verklaren dat ze maandag 14 mei zes gemaskerde mannen uit een politieauto zagen stappen waarna ze de 22jarige Ricardo Flauzino neerschoten. Na de executie zouden de mannen terug naar de auto zijn gegaan, hun maskers en zwarte kleren hebben uitgetrokken en in politie-uniform zijn teruggekeerd. Vervolgens boden ze de bewoners aan het slachtoffer naar het ziekenhuis te brengen en verwijderden ze de kogelhulzen die over de grond verspreid lagen.

In een soortgelijk incident werden vorige week zondag vijf jonge mannen doodgeschoten door gemaskerde mannen in de wijk São Matheus. Geen 10 minuten nadat de mannen waren vermoord, verschenen er volgens ooggetuigen drie politiewagens en begonnen agenten de lijken en de kogelhulzen te verwijderen van de plek van de misdaad.

De gouverneur van São Paulo, Cláudio Lembo, zei gisteren voor het eerst dat er ‘misschien’ onschuldige slachtoffers zijn gevallen bij de reactie van de politie op de aanslagen van de PCC.

vrijdag, mei 19, 2006

EEN OVERLOPEND AFVOERPUTJE

Afgelopen dinsdag reed een terreinwagen van de ROTA – de commando-eenheid van de Braziliaanse politie – stapvoets over de Avenida Paulista, het financiële hart van de miljoenenstad São Paulo. Zes tot de tanden gewapende agenten keken grimmig uit het raam, alsof ze wilden zeggen: ‘kom maar op’. De honderden Paulistanos die van hun werk naar huis gingen, stapten stevig door en deden net alsof ze die bundeling van zware munitie en gestresste, onderbetaalde agenten, niet zagen. Bij het oversteekpunt ontweken alle omstanders de blikken van de agenten. Zelf staarde ik nietsvermoedend naar de terreinwagen, nieuwsgierig naar de houding van de inzittenden, hun bewapening. De wagen verminderde vaart, stond bijna stil. Voor een tel waren alle blikken op mij gericht. Tot ook ik deed wat van mij verwacht werd: ik keek onderdanig naar de grond.

In het weekend ervoor hadden bendeleden van de Primeiro Comando da Capital (Eerste Comando van de Hoofdstad, PCC) een golf van terreur ontketend op de justitiële diensten, het openbaarvervoer netwerk en de banken van de deelstaat São Paulo. Tientallen politieagenten afgeknald in hun auto’s, voor hun huizen, in hun stamkroegen. Honderden stadsbussen in de fik gestoken. Langzaam veranderde de ingehouden angst van de Paulistanos in uitgesproken paniek, tot de geruchten oncontroleerbaar over deze monsterlijk grote stad rolden. “Ze gaan het vliegveld opblazen”, “er wordt een avondklok ingesteld”.

São Paulo was lamgelegd. Wij, de bewoners van de grootste stad van Zuid Amerika, maakten mee wat intimidatie werkelijk is; wat het betekent als je fundamentele burgerrechten louter op papier bestaan; wat het verschil is tussen een diffuse dreiging en tastbaar gevaar. Deze week, kortom, proefden alle bewoners van São Paulo even van het leven van de miljoenen arme Brazilianen die in de grote stedelijke agglomeraties als tweederangsburgers zijn opgehokt in sloppenwijken.

Want de aanslagen die door de PCC zijn gepleegd, vertegenwoordigen in feite niets meer dan de doorbraak van een onzichtbare barrière, een scheur in de scheiding der werelden. Een ongekende en barbaarse aanval op de Braziliaanse rechtsstaat worden ze genoemd. Maar dat is de halve waarheid. Barbaars, dat zijn de aanslagen inderdaad, maar ongekend zijn ze alleen in de bovenwereld van shoppingmalls en vakantiehuisjes, privé-scholen en hermetisch afgesloten appartementcomplexen. In de onderbuik van Brazilië, waar één derde van de bevolking voor een bestaan vecht, is deze barbaarsheid alledaags.

In de sloppenwijken en overvolle gevangenissen van Brazilië geldt namelijk de wet van de jungle. De rechtsstaat, voor zover je in dit land van een rechtsstaat kunt spreken, heeft nooit een poging gedaan om tot deze sferen door te dringen. Drugsbendes en psychopaten beschikken er over leven en dood en de politie komt er alleen om te onderdrukken, te moorden of om dubieuze zaakjes te doen. De moordcijfers in Braziliaanse sloppenwijken overtreffen dan ook die van veel oorlogsgebieden. In Rio noemen de favelados bijvoorbeeld hun wijken in een vorm van sarcastische liefkozing: gazastrook.

Is het dus een verrassing dat dit weekend in São Paulo het afvoerputje is overgelopen? Dat is inderdaad een retorische vraag. Het mag een wonder heten dat dit intens ongelijk land de afgelopen vijf eeuwen niet is afgezakt in de oorlog en de chaos. Een wonder die voor een groot deel kan worden toegeschreven aan een volledig apolitieke bevolking. De onvrede heeft geen kristaliseringspunt. Dat is de vloek en de zegen van Brazilië

De politie is inmiddels met nauwelijks verhulde wraaklust begonnen om de ‘stront’ weer het riool in te vegen. 161 doden worden er geteld sinds de start van de ongeregeldheden op vrijdagavond. 107 daarvan zijn zogenaamde verdachten. De autoriteiten maken geen namen bekend, geen plaats of tijd van handeling, het enige wat er wordt gezegd is dat de verdachten zijn omgekomen bij ‘confrontaties’. ‘Take no prisoners’ lijkt het motto te zijn en de rest van Brazilië kijkt onderdanig naar de grond.

woensdag, mei 17, 2006

NA DE BENDETERREUR, DE POLITIETERREUR

SÃO PAULO, 17/05/2006 – Na de ongekende golf aanslagen van bendeleden op de justitiële diensten en civiele doelen van de Braziliaanse deelstaat São Paulo, lijkt de Braziliaanse politie te reageren zoals het meestal reageert: met extreem geweld en in het wilde weg. Sinds het begin van de aanslagen die worden toegeschreven aan de criminele factie PCC zijn er 73 verdachten doodgeschoten door de verschillende politiediensten van São Paulo. 33 daarvan kwamen om in de nacht van maandag op dinsdag, toen er al nauwelijks aanslagen gemeld werden. Sinds de start van de gewelddadigheden afgelopen vrijdag zijn inmiddels 134 mensen om het leven gekomen.

Het ministerie van openbare veiligheid van de deelstaat São Paulo verklaart dat alle 73 dodelijke slachtoffers bij de ‘confrontaties’ met de politie, banden hadden met de PCC of anderszins betrokken waren bij de aanslagen. Het ministerie laat echter na, ondanks herhaald verzoek van verschillende nieuwsmedia, om de identiteit van de slachtoffers te openbaren, waar en hoe ze zijn omgekomen en of ze een strafblad hadden. De gouverneur van de deelstaat, Cláudio Lembo, zegt dat zijn regering niets te verbergen heeft: “We zijn in oorlog, we hebben geen tijd gehad [om de gegevens] openbaar te maken”.

Sommige verslagen zijn echter verontrustend. In enkele gevallen wordt melding gemaakt van standrechtelijke executies. In één geval, bijvoorbeeld, zouden volgens ooggetuigen twee jonge mannen door een terreinwagen van de Braziliaanse politie zijn klemgereden, waarna gemaskerde mannen uitstapten en de twee op hun knieën dwongen. Vervolgens werd één van hen verschillende malen door het hoofd geschoten. Het lot van de andere man is onbekend.

dinsdag, mei 16, 2006

RELATIEVE RUST KEERT TERUG IN METROPOOL SÃO PAULO

SÃO PAULO, 16/05/2006 – De Braziliaanse miljoenenstad São Paulo is vandaag ontwaakt in relatieve rust. De bussen rijden normaal, mensen gaan naar hun werk en de verkeerschaos is niet groter dan op elke andere dinsdag. Maar maandag was het plaatje anders. Een ongekende reeks aanslagen op politiedoelen, het openbaarvervoer netwerk en banken, veroorzaakte een golf van paniek en verlamde de grootste stad van Zuid Amerika.

De invloedrijke krant Folha de São Paulo meldt dat na twee dagen onderhandelingen, de top van de PCC – de criminele factie die verantwoordelijk wordt gehouden voor de aanslagen - haar leden via mobiele telefoons heeft bevolen de gewelddadigheden te staken. De regering van de deelstaat São Paulo ontkent met de PCC een staakt-het-vuren te hebben besproken. “We onderhandelen niet met bandieten”, verklaarde de directeur van de georganiseerde misdaaddivisie (DEIC). Desalniettemin zijn de massale gevangenisopstanden van het ene op het andere moment opgehouden en worden er dinsdag nauwelijks incidenten gemeld.

De afgelopen vier dagen hebben meer dan 274 aanslagen een spoor van bloed en verderf achtergelaten in de rijkste- en dichtstbevolkte deelstaat van Brazilië. Op dinsdagochtend stond de teller op 94 doden, 96 afgebrande stadsbussen, 31 vernielde bankfilialen en 49 gewonden. De aanslagen zouden een reactie zijn van de criminele factie PCC op een poging van de autoriteiten om de gevangen leiders van de bende te isoleren in zwaarbeveiligde detentiecentra.

maandag, mei 15, 2006

BENDETERREUR IN SÃO PAULO

SÃO PAULO, 15/05/2005 – 72 dodelijke slachtoffers, de meesten werkzaam bij verschillende justitiële diensten van São Paulo, meer dan 76 afgebrande stadsbussen, acht vernielde bankfilialen en massale gevangenisopstanden met honderden gegijzelden, dat is de voorlopige balans van een weekend van terreur dat door gewapende mannen is ontketend op de Braziliaanse deelstaat São Paulo. De ongekende golf aanslagen, zondagnacht waren het al minstens 115, is vermoedelijk het werk van de criminele factie Primeiro Comando da Capital (Eerste Commando van de Hoofdstad, PCC.) Hoewel de intensiteit en frequentie van de aanvallen lijkt af te nemen, worden er ook vandaag gewelddadigheden gemeld in São Paulo.

De aanslagen begonnen vrijdagnacht nadat 765 gedetineerden met spoed waren overgeplaatst naar het zwaarbeveiligde gevangeniscomplex in de stad Vencelau. Onder deze gevangenen bevonden zich acht leiders van de PCC inclusief hun baas Marcos Williams Herbas Camacho, beter bekend als Marcola. De overplaatsingen geschiedden juist omdat de autoriteiten lucht hadden gekregen van een op handen zijnde, massale gevangenisopstand.

Op het moment dat Marcola door agenten van de georganiseerde misdaaddivisie ondervraagd werd, begon de eerste golf aanslagen. Gewapende mannen namen op verschillende plekken van de deelstaat politieagenten, gevangenisbewaarders en brandweermannen onder vuur. Vele agenten waren op verlof en in burger, wat er op wijst dat de aanslagen gericht en grondig voorbereid waren. Tot nu toe zijn zeker 37 leden van verschillende justitiële diensten om het leven gekomen.

Tegelijkertijd braken in gevangenissen verspreid over heel Brazilië opstanden uit. In meer dan 80 detentiecentra hebben de gedetineerden dit weekend op gegeven moment de macht in handen gehad. Op het moment van het schrijven van dit artikel worden er nog 235 mensen in gijzeling gehouden in 45 lopende opstanden. Zeker 15 gevangenen zijn bij de verschillende opstanden om het leven gekomen.

Zondag verschoof de focus van de aanslagen van de justitiële diensten naar civiele doelen. Tientallen stadsbussen zijn door bendeleden in brand gestoken en een metrostation is beschoten en bestookt met molotovcocktails. Vandaag ontwaakte de metropool São Paulo, de op één na grootste stedelijke regio ter wereld, in een grote verkeerschaos. Vele busbedrijven lieten uit angst hun vloot niet uitrijden en duizenden passagiers propten zich in de weinige bussen die wel reden.

Ook banken zijn het doelwit geworden van de bendes, wat een indicatie kan zijn dat er ook diffuse politieke motivaties achter de aanslagen zitten. Op de nacht van zondag op maandag werden acht bankfilialen beschoten en bekogeld met molotovcocktails.

PCC
De PCC, ook wel O Partido do Crime (de misdaadpartij) genoemd, is opgericht op 31 augustus 1993 door acht gedetineerden tijdens een potje voetbal in de zwaarbeveiligde gevangenis Piranhão. De oprichters wilden naar eigen zeggen “de onderdrukking in het Braziliaanse gevangeniswezen bestrijden”. Een jaar eerder hadden stoottroepen van de Braziliaanse marechaussees 111 gevangenen op koelbloedige wijze geëxecuteerd bij het neerslaan van een opstand in het enorme gevangeniscomplex Carandiru. De PCC’ers van het eerste uur zwoeren hun dood te zullen wreken.

In het afgelopen decennium is de PCC uitgegroeid tot de grootste en best georganiseerde criminele factie van Brazilië. De organisatie heeft zelfs een statuut en leden moeten een maandelijkse bijdrage betalen, waarmee de factie onder anderen drugs en wapens koopt.

De deplorabele omstandigheden van de Braziliaanse gevangenissen heeft ervoor gezorgd dat de PCC heer en meester is geworden van de detentiecentra van de deelstaat São Paulo. Met gesmokkelde mobiele telefoons en door middel van boodschappers geven de zogenoemde generaals leiding aan de criminele zaken van de factie op straat. De detentiecentra worden ironisch ook wel ‘misdaadkantoren’ genoemd.

Wanneer de leden van de PCC de maandelijkse bijdrage niet kunnen betalen, lopen ze een schuld op met het commando. Deze schuld moeten ze afkopen door zeer riskante operaties uit te voeren voor de PCC. Deze soldaten, die door het commando ‘Bin Ladens’ worden genoemd, zijn vermoedelijk verantwoordelijk voor de golf van terreur die de Braziliaanse deelstaat São Paulo dit weekend overspoeld heeft.

zondag, mei 14, 2006

GOLF AANSLAGEN OP BRAZILIAANSE POLITIE DUURT VOORT

SÃO PAULO, 14/05/2006 – De golf aanslagen die vrijdagnacht is ingezet tegen politieagenten en gevangenisbewaarders van de Braziliaanse staat São Paulo duurt voort. In de nacht van zaterdag op zondag werden opnieuw verschillende politiedoelen door gewapende mannen onder vuur genomen. Het dodental is inmiddels opgelopen tot 52, waaronder 38 Politieagenten, gevangenisbewaarders en brandweermannen

De aanslagen zijn naar alle waarschijnlijkheid het werk van de criminele factie Primeiro Comando da Capital (Eerste Commando van de Hoofdstad, PCC), de machtigste drugsbende van Brazilië. De brutale confrontatie met de Braziliaanse staat is een reactie op de overplaatsing van 765 gevangenen naar het zwaarbeveiligde gevangeniscomplex in Vencelau. Onder de overgeplaatste gedetineerden bevinden zich acht leiders van de PCC en hun baas Marcos Williams Herbas Camacho, beter bekend als Marcola. De overplaatsing was een poging van de autoriteiten om de leiding van de PCC te isoleren, die in de minder zwaarbeveiligde gevangenissen hun criminele activiteiten gewoon bleven uitvoeren.

Samen met de aanslagen heeft de PCC massale opstanden uitgelokt in gevangenissen verspreid over de hele staat São Paulo. Zondagnacht werden er tenminste 223 mensen in gijzeling gehouden in 53 verschillende gevangeniscomplexen. Ook zijn er meer dan 20 bussen in de stedelijke regio São Paulo door bendeleden in brand gestoken.

De gouverneur van São Paulo, Cláudio Lembo, noemde de aanslagen "voorspelbaar". Ze zouden een reactie zijn op het ferme optreden van de overheid tegen de leiding van de PCC. Lembo zegt dat er geen onderhandeling zal zijn met de PCC. “We moeten hard zijn”, aldus de gouverneur. In sommige internetgemeenschappen word luidkeels om wraak geroepen. Sympatisanten van de politie vragen op de site van het sociale netwerk Orkut, dat immens populair is Brazilië, om de terugkeer van de doodseskaders.

zaterdag, mei 13, 2006

30 DODEN BIJ AANSLAGEN OP POLITIE SÃO PAULO

SÃO PAULO, 13/05/2006 – De criminele organisatie Primeiro Comando da Capital (eerste commando van de hoofdstad, PCC) heeft in de nacht van vrijdag op zaterdag een bloedbad aangericht in de Brazilaanse staat São Paulo. In 55 verschillende aanslagen tegen de Braziliaanse politie zijn tenminste 30 doden gevallen, waaronder 23 politieagenten, twee burgers en vijf bendeleden. Samen met de aanslagen heeft de criminele factie massale opstanden georganiseerd in gevangenissen verspreid over de hele staat. In 22 opstanden worden tenminste 112 mensen in gijzeling gehouden. De Braziliaanse krant Folha de São Paulo noemt het de grootste criminele operatie uit de geschiedenis van de staat São Paulo.

Volgens de minister voor openbare veiligheid van de staat São Paulo zijn de aanslagen een reactie op de overplaatsing van 765 gevangenen naar een maximumbeveiligde gevangeniscomplex. Onder de overgeplaatste gevangenen bevinden zich acht leiders van de PCC waaronder hun baas, Marcos Camacho, beter bekend als Marcola.

De staat São Paulo poogt met de overplaatsing de leiding van de PCC te isoleren. In minder zwaarbeveiligde gevangenissen bleken de bendeleiders in staat om via gesmokkelde mobiele telefoons hun criminele operaties gewoon voort te kunnen zetten.

Het is de tweede keer dit jaar dat de PCC aanslagen uitvoert op de Braziliaanse politie. Nadat in januari 2006 een vluchtpoging van hun leider Marcola was gefrustreerd, namen bendeleden verschillende politiedoelen onder vuur. Bij die aanslagen is tenminste één agent om het leven gekomen.

De gouverneur van de staat São Paulo, Claudio Lembo, heeft beloofd ferm te zullen optreden tegen de PCC.

Lees ook: ORDERS VOOR AANSLAGEN OP POLITIE KWAMEN UIT DE GEVANGENIS en VIER POLITIEAGENTEN OMGEKOMEN BIJ REEKS AANSLAGEN IN SÃO PAULO

donderdag, mei 11, 2006

VENEZUELA EN BRAZILIË WISSELEN DIPLOMATIEKE SPELDENPRIKKEN

SÃO PAULO, 11/05/2006 –De nationalisaties van de olie en gassector in Bolivia hebben de verhoudingen tussen Brazilië en Venezuela onder spanning gebracht. Eergisteren verklaarde de Braziliaanse minister van buitenlandse zaken, Celso Amorim, dat de Venezolaanse rol in de beslissing van de Boliviaanse president Evo Morales, ‘ongemak’ heeft veroorzaakt bij de Braziliaanse regering. Venezuela retourneerde gisteren de diplomatieke speldenprik. “De verklaring dat de soevereine beslissing van president Evo Morales om de olie en gassector te nationaliseren te danken is aan de invloed van de [Venezolaanse] president Hugo Chávez, kan alleen worden toegeschreven aan de onwetendheid van onze Braziliaanse vrienden”, aldus een verklaring van het Venezolaanse ministerie van buitenlandse zaken.

De beschuldigingen over en weer tonen aan dat de regionale crisis minder te maken heeft met de nationalisaties zelf, maar voornamelijk is veroorzaakt door de manier waarop Bolivia de beslissing heeft genomen. Evo Morales had al in zijn verkiezingscampagne aangekondigd de grondstoffen in Bolivia te nationaliseren. Wat de Brazilianen geïrriteerd heeft, is het feit dat het in die beslissing buitenspel is gezet ten gunste van Venezuela.

De tekenen worden steeds duidelijker dat Evo Morales van plan is het Braziliaanse staatsoliebedrijf Petrobras, dat samen met de Spaanse Repsol de grootste speler is in de Boliviaanse olie en gassector, te vervangen door de Venezolaanse gigant PDVSA. Aan de vooravond van de topontmoeting tussen de Europese Unie en de leiders van Latijns Amerikaanse regeringen in Wenen, verklaarde Morales dat de operaties van Petrobras in zijn land ‘illegaal’ zijn. Ingenieurs en technici van Petrobras, die essentieel zijn voor de exploitatie van de olie en gasreserves in Bolivia, worden geleidelijk vervangen door tegenhangers van PDVSA.

De Boliviaanse nationalisaties hebben aangetoond dat Hugo Chávez’ invloed in Zuid Amerika steeds groter wordt. Dat gaat ten koste van Brazilië dat zichzelf ziet als de natuurlijke regionale leider.

maandag, mei 08, 2006

OUD-SECRETARIS PT KLAPT UIT DE SCHOOL

SÃO PAULO, 08/05/2206 – Silvio Pereira, de oud-secretaris van de Partido dos Trabalhadores (PT), de arbeiderspartij van de Braziliaanse president Luis Inácio Lula da Silva, heeft in een interview aan de Braziliaanse krant O Globo details openbaar gemaakt van de corruptiecrisis die het Braziliaanse politieke bestel al meer dan een jaar corrodeert. Pereira beweert in het interview dat de PT en de zakenman Marcos Valério een uitgebreid corruptieschema hadden uitgewerkt zodat de partij voor lange tijd aan de macht kon blijven. “Het plan was om 1 miljard real bij elkaar te krijgen”, aldus de oud-secretaris.

Pereira beweert tevens dat de corruptiepraktijken geen uitzondering zijn en dat bijna alle Braziliaanse politieke partijen zich er schuldig aan maken. “Achter Marcos Valério schuilen er honderd andere Valérios. Het is een mechanisme dat voortduurt in dit land”.

Belangrijke figuren van de PT probeerden gisteren de uitspraken van hun oud-secretaris te diskwalificeren. De president van de Partij, Ricardo Berzoini, noemde Pereira een leugenaar. Anderen gooiden het liever op de mentale gesteldheid van hun oud-collega: “Hij is een beetje in de war”, beweerde de fractieleider van de PT in het Braziliaanse senaat, Aloizio Mercadante.

Silvio Pereira gaf in het interview tekenen dat hij onder grote geestelijke spanningen staat. Hij zou onder anderen een deel van zijn eigen meubiliair hebben verwoest en tegen de journalist geroepen hebben: “Ze gaan me vermoorden, begrijp je dat niet? Er zijn heel belangrijke mensen hierbij betrokken”.

Voor sommige commentatoren voert de oud-secretaris een theaterstukje op, maar in het tragi-komische drama waartoe de Braziliaanse politiek is verworden, is het inmiddels moeilijk geworden om te onderscheiden tussen de wilde geruchten en de waarheid.

President Lula, ondertussen, hanteert zijn beproefde tactiek en probeert net te doen alsof het niets met hem te maken heeft: “Silvio Pereira mag zeggen wat hij maar wil”, zei de president die voor een weekje in retraite was.

vrijdag, mei 05, 2006

ONZEKERHEID DUURT VOORT NA TOPONTMOETING

SÃO PAULO, 05/05/2006 – De presidenten Lula (Brazilië), Kirchner (Argentinië), Chávez (Venezuela) en Morales (Bolivia) deden hun best om eenheid uit te stralen, maar voor de rest bracht de topontmoeting in de Argentijnse grensstad Puerto Iguazu weinig resultaat. De top was in allerijl bijeengeroepen om de dagende regionale crisis wegens de Boliviaanse beslissing om de gasreserves in het land te nationaliseren, te bezweren. De belangrijkste vragen – wat wordt de nieuwe prijs van het Boliviaanse gas en wat gebeurt er met de investeringen en eigendommen van buitenlandse oliemaatschappijen – bleven echter onbeantwoord.

De Braziliaanse president Lula scheen zich tevreden te stellen met de toezegging dat eventuele prijsveranderingen niet eenzijdig door Bolivia zullen worden doorgevoerd. “Het belangrijke is dat de prijzen zullen worden bepaald op de meest democratische wijze mogelijk”, aldus Lula. Het is echter bijna zeker dat de Brazilianen voor hun gas voortaan dieper in de buidel zullen moeten tasten.

Hoezeer die prijs gaat toenemen lijkt de belangrijkste variabele te zijn om te bepalen of de regionale crisis zal escaleren of niet. Brazilië is voor 50% van zijn gasconsumptie afhankelijk van Bolivia en de belangrijkste industriële regio van het land, de staat São Paulo, zelfs voor meer dan 70%. Brazilië kan geen scherpe prijsstijging van het Boliviaanse gas tolereren.

De gascrisis heeft een belangrijke scheur blootgelegd in het machtsevenwicht in Zuid Amerika. Brazilië, dat zichzelf ziet als de natuurlijke leider van de regio, wordt steeds openlijker uitgedaagd door het Venezuela van Hugo Chávez, die door de enorme olie en gasreserves van zijn land steeds meer aan invloed wint. In Brazilië bestaat de vrees dat het Bolivia van Evo Morales zich ontpopt als een soort satellietstaat van Venezuela.

woensdag, mei 03, 2006

REGIONALE CRISIS DREIGT DOOR NATIONALISATIES BOLIVIA

SÃO PAULO, 02/05/2006 – Brazilië is zeer onaangenaam verrast door de beslissing van de Boliviaanse president Evo Morales om de olie en gasvoorraden in zijn land te nationaliseren. De dramatische zet van Morales brengt strategische belangen van Brazilië in gevaar en is een tegenslag voor de Braziliaanse ambities voor regionale leiderschap.

De gasvoorraden van Bolivia, de op één na grootste reserve van Zuid Amerika, zijn essentieel voor Brazilië. Het land is voor meer dan 50% van zijn gasconsumptie afhankelijk van het andesland en het Braziliaanse olie en gasbedrijf Petrobras heeft meer dan 1 miljard dollar geïnvesteerd in Bolivia.

Braziliaanse diplomaten behandelden Bolivia al een tijdje met fluwelen handschoenen. Met de zachte benadering hoopte Brazilië de Boliviaanse president af te houden van radicale nationalisaties in de olie en gassector. Begin dit jaar bejulbelde de Braziliaanse president Luis Inácio da Silva nog de vers gekozen Evo Morales

De invloed van de Braziliaanse regering op Morales, die in zijn verkiezingscampagne al had aangekondigd de grondstoffen in Bolivia te zullen nationaliseren, blijkt echter minder groot dan het zelf dacht. De dramatische beslissing van Morales kwam voor Brazilië volledig uit de lucht vallen. President Lula moest zijn belangrijkste ministers terugroepen voor een spoedberaad om de Boliviaanse zet te bespreken.

De beslissing van Bolivia heeft de machtsverhoudingen op het continent uit balans gebracht. Het Bolivia van Evo Morales heeft zich gemanifesteerd als een aanhanger van de populistische regering van de Venezolaanse Hugo Chávez en de rol van Brazilië als regionale bemiddelaar ondermijnd. Komende donderdag heeft Lula een bijeenkomst met zijn ambtsgenoten uit Bolivia, Argentinië en Venezuela om te proberen de dagende regionale crisis te bezweren.

Hoewel Brazilië niet zonder het Boliviaanse gas kan, is het mogelijk dat Evo Morales met zijn beslissing zijn hand overspeeld heeft. Bolivia, dat geen kustlijn heeft, kan naast Brazilië moeilijk een andere afnemer vinden voor haar enorme gasreserves.

Vooralsnog hanteert de Braziliaanse diplomatie een voorzichtige toon. “We respecteren de soevereine beslissing van de Boliviaanse regering, maar we willen een akkoord dat door middel van een dialoog tot stand komt”, aldus de Braziliaanse minister van Buitenlandse zaken Celso Amorim die daarmee impliciet de unilaterale beslissing van Bolivia veroordeelt.