vrijdag, april 28, 2006

WRIJVING TUSSEN MINISTERIE VAN FINANCIEN EM CENTRALE BANK

SÃO PAULO, 28/04/2006 – Voor het eerst sinds zijn aantreden is er openlijk wrijving ontstaan tussen de nieuwe Braziliaanse minister van financiën, Guido Mantega, en de centrale bank van het land. Nadat de centrale bank had aangegeven dat het ritme van renteverlagingen in Brazilië kan worden verminderd of zelfs onderbroken, reageerde Mantega door te zeggen dat er nog genoeg ruimte is om in de Braziliaanse rente te snijden.

Volgens ingewijden zijn de verhoudingen tussen Mantega en Henrique Mereilles, de president van de centrale bank, al vanaf het begin gespannen. De twee vertegenwoordigen elk een andere economische school. Mereilles is een strikte monetarist die een sobere fiscale politiek wenst te combineren met een restrictief rentebeleid. Mantega wordt gezien als een ontwikkelingseconoom die meer overheidsuitgaven voorstaat en een soepeler monetair beleid.

Hoewel president Luis Inácio Lula da Silva het met zijn minister van financiën eens is dat de rentestanden verlaagd kunnen worden, betreurt hij het feit dat zijn minister de centrale bank en publique heeft bekritiseerd. Sinds het gedwongen vertrek van de vorige minister van financiën, Antonio Palocci, geldt Henrique Mereilles voor de financiële markten als de verzekeraar van de sobere fiscale politiek van de regering Lula.

De president kan in dit electorale jaar 2006 geen extra turbulentie in de markten gebruiken. Dat gegeven heeft de positie van Henrique Mereilles in de regering flink versterkt. Lula zal de president van de centrale bank niet lichtelijk afvallen.

donderdag, april 27, 2006

BRAZILIAANSE BEURS MAGNEET VOOR BUITENLANDSE INVESTEERDERS

SÃO PAULO, 27/04/2006 – Terwijl de Bovespa, de aandelenbeurs van de Braziliaanse miljoenenstad São Paulo, gisteren op recordhoogte sloot, maakte de Amerikaanse bank Merrill Lynch bekend dat de aandelenhandel in Brazilië in vergelijking met andere ontwikkelingslanden de grootste aantrekkingskracht heeft op buitenlandse investeerders. De bank rekende uit dat buitenlandse investeerders in het eerste trimester van het jaar U$ 19,3 miljard in de Braziliaanse beurs pompten.

Dat bedrag vertegenwoordigd meer dan de helft van het totaal, U$ 36,3 miljard, dat is geïnvesteerd in de zogenoemde BRICs (de afkorting voor de grote, opkomende ontwikkelingslanden Brazilië, Rusland, India en China). “We houden van Brazilië”, legt Merrill Lynch uit in haar rapport, “het is goedkoop, de rentestanden dalen en de winstmarges zijn hoog”.

Dit is niet de eerste hausse in de Braziliaanse beurs en in het verleden bleek die groei vluchtig. Investeerders trokken zich net zo snel terug als ze waren gekomen. Analisten van verschillende banken en consultancy bedrijven menen echter dat de huidige stijging robuuster is.

“De opkomende ontwikkelingslanden vertonen nu voor het zesde jaar achter elkaar betere groeiresultaten dan de ontwikkelde landen. Investeerders hebben de indruk dat het nog nooit zo veilig is geweest om te beleggen in de opkomende ontwikkelingslanden” zegt Brad Durham van de Amerikaanse consultancybedrijf EmergingPortfolio, "dit zijn de landen die profiteren van de globalisering".

woensdag, april 26, 2006

BRAZILIAANSE REGERING TREKT PORTEMONNEE OPEN

SÃO PAULO, 26/04/2006 – De uitgaven van de Braziliaanse regering zijn in het eerste trimester van 2006 met 14,5 % gestegen ten opzichte van dezelfde periode in 2005. Het is een duidelijke indicatie dat president Luis Inácio Lula da Silva de financiële teugels laat vieren met het oog op de presidentsverkiezingen van oktober.

Critici vrezen dat met de extra uitgaven de Braziliaanse regering niet in staat zal zijn om de beloofde besparingen te maken voor de aflossing van de staatsschuld en dat de monetaire stabiliteit in gevaar zal komen. De regering Lula heeft zichzelf als doel gesteld 4,25% van het Bruto Nationaal Product (BNP) te besparen om aan schulden te kunnen voldoen. Volgens de Braziliaanse minister van Financiën komt die doelstelling niet in gevaar, ook niet met de gestegen uitgaven.

President Lula verraste in zijn eerste mandaat vriend en vijand door het sobere fiscale beleid van zijn voorganger, Fernando Henrique Cardoso, niet alleen over te nemen maar zelfs uit te diepen. Met de presidentsverkiezingen voor de boeg weet de president echter dat het niet het moment is om financiële offers te vragen. Zeker niet nu zijn herverkiezing in gevaar is gekomen door een groot corruptieschandaal in zijn eigen partij.

dinsdag, april 25, 2006

BOLIVIA ZET BRAZILIAANS STAALBEDRIJF UIT

SÃO PAULO, 25/04/2006 – De regering van de Boliviaanse president Evo Morales heeft het Braziliaanse staalbedrijf EBX uit het land gezet. Volgens Morales ging het Braziliaanse bedrijf over de schreef door zich te instaleren in een grensgebied, terwijl de Boliviaanse wet dit verbiedt voor buitenlandse bedrijven. “EBX is geen bedrijf, maar een maffia die profiteert van onze grondstoffen”, aldus de Boliviaanse president in een interview aan de Braziliaanse zender TV cultura, waarin hij zijn nationalistische discours een tandje opschroefde.

In hetzelfde interview deed Morales ook harde uitspraken over de Braziliaanse olie en gasbedrijf Petrobras, dat meer dan 1,5 miljard dollar aan investeringen heeft in het Andesland. Volgens de president heeft het Braziliaanse staatsbedrijf een ‘schuld’ met de Boliviaanse regering. Wat die schuld precies is, liet Morales in het midden.

Morales, die begin dit jaar geïnaugureerd is als de eerste president van Bolivia die afkomstig is uit de oorspronkelijke indianenbevolking, liet geen twijfel bestaan over zijn volharding in het project van nationalisatie van de grondstoffensector in Bolivia. “Bolivia heeft partners nodig, geen eigenaren”, herhaalde Morales, “eerst ging 18% [van de inkomsten uit grondstoffen] naar het volk en 82% naar de bedrijven. Dat is diefstal”.

donderdag, april 13, 2006

HOOFDOFFICIER: PARTIJTOP PT WAS CRIMINELE ORGANISATIE

SÃO PAULO, 13/04/2006 – De oude partijtop van de Partido dos Trabalhadores (PT), de partij van de Braziliaanse president Luis Inácio Lula da Silva, was een criminele organisatie. Het maakte zich onder anderen schuldig aan actieve en passieve corruptie, witwassing en verduistering van publieke fondsen en het had als doel zich voor de lange termijn aan de macht te handhaven door middel van de omkoping van andere politieke partijen en de illegale financiering van haar verkiezingscampagnes. Dat staat in de keiharde, formele beschuldiging die de hoofdofficier van justitie, Antonio Fernando de Souza, heeft neergelegd bij het Braziliaanse Hooggerechtshof.

De hoofdofficier wijst de oud-kabinetschef van de regering Lula, José Dirceu, aan als de leider van deze criminele organisatie en vraagt de opening van processen tegen nog 40 andere personen die deel uitmaakten van de ‘bende’. Onder de aangeklaagden bevinden zich ook José Genoino, Delúbio Soares en Silvio Pereira, respectievelijk de oud-president, oud-penningmeester en oud-secretaris van de PT. President Lula wordt niet genoemd in de aanklacht. Volgens de hoofdofficier bestaan er tot op heden geen aanwijzingen om de president te beschuldigen.

De werkwijze van de bende, een woord dat in zijn rapport 51 keer voorkomt, was geraffineerd en onderverdeeld in een politieke, een publicitaire en een financiële tak, aldus de hoofdofficier.

Met de aanklacht van de hoofdofficier, die is benoemd door president Lula zelf, wordt de versie van de sympathisanten van de regering voor het corruptieschandaal dat het Braziliaanse politieke bestel al sinds juni 2005 teistert, nagenoeg onhoudbaar. Volgens die versie zouden parlementariërs niet zijn omgekocht door de PT, maar waren de geldoverdrachten bedoeld om oude ‘niet geboekte’ campagneschulden te dekken.

woensdag, april 12, 2006

LULA HOUDT ZICH STABIEL

SÃO PAULO, 12/04/2006 – Ondanks alle beschuldigingen van corruptie die zich op zijn regering stapelen, houdt de Braziliaanse president Luis Inácio Lula da Silva zich redelijk stabiel in de peilingen. In een zondag verschenen meting van het instituut Datafolha kon Lula rekenen op 40% van de stemmen in de eerste ronde. Twee keer zoveel als zijn voornaamste tegenstander, de gouverneur van São Paulo Geraldo Alckmin.

Zowel Lula als Alckmin hebben in het onderzoek stemmen verloren ten opzichte van de vorige meting. In maart kreeg Lula nog 42% van de stemmen en Alckmin 23%. Lula’s voorsprong op Alckmin blijft echter intact en groeit zelfs een beetje.

In een gisteren verschenen onderzoek van een ander instituut, CNT/sensus, krijgt Lula 37,5% van de stemmen en Alckmin 20,6%. In dit onderzoek slaagt Alckmin er wel in om zijn achterstand op Lula een klein beetje goed te maken ten opzichte van de vorige meting. CNT/census heeft echter geen peiling verricht in maart, de maand waarop Alckmin zijn kandidatuur lanceerde, en dat effect is dus nu pas in de meting zichtbaar.

De cijfers duiden erop dat Lula een rotsvaste electorale basis heeft die zich nauwelijks laat beïnvloeden door de beschuldigingen van corruptie die regering teisteren. Volgens analisten wordt deze basis gevormd door de armere lagen van de Braziliaanse bevolking. Vele, armere Brazilianen hebben door de (bescheiden) economische groei en de lage inflatie tijdens het mandaat van Lula, hun levens significant verbeterd. Bovendien profiteren ongeveer 11 miljoen families met een inkomen van minder dan 100 braziliaanse real per maand rechtstreeks van de uitkeringen in Lula’s sociale project Bolsa-Familia.

Zich bewust van de electorale kracht van het project heeft Lula deze week aangekondigd dat hij het inkomensplafond voor de Bolsa-Familia gaat ophogen zodat meer Brazilianen ervan kunnen profiteren.

donderdag, april 06, 2006

ZOVEELSTE NEDERLAAG VOOR REGERING LULA: RAPPORT GOEDGEKEURD

SÃO PAULO, 06/04/2006 –Het controversiële voorlopige rapport van een parlementaire enquêtecommissie die een groot corruptieschandaal in de Braziliaanse politiek onderzoekt, is gisteren zonder noemenswaardige veranderingen aangenomen door haar leden. Het rapport acht bewezen dat de regeringspartij Partido dos Trabalhadores (PT) van de Braziliaanse president Luis Inácio Lula da Silva, parlementariërs heeft omgekocht in ruil voor politieke steun in het congres. Het onvermogen van de PT om de stemming te beïnvloeden over de ‘mensalão’, of grote maandelijkse zoals het corruptieschema in Brazilië bekend is geworden, is het zoveelste teken dat de regering Lula in de aanloop naar de presidentsverkiezingen van 2006 vleugellam is.

De PT wilde dat het rapport geen melding maakte van de ‘mensalão’, omdat volgens de regeringspartij geen bewijzen bestaan voor de omkoping van parlementariërs. In plaats daarvan wilde Lula’s partij dat de miljoenen die naar congresleden zijn doorgesluisd, werden aangeduid als schaduwfondsen voor de campagnefinancieringen. De president van de enquêtecommissie, Delcidio Amaral van de eigen PT, liet echter geen puntsgewijze veranderingen in het rapport toe. De PT onthield zich vervolgens verontwaardigd van stemming, waarna het rapport met een overweldigende meerderheid werd goedgekeurd.

De nederlaag van de PT duidt erop dat het niet meer instaat is coalities te vormen en dat zelfs de eenheid binnen de eigen partij aan het afbrokkelen is. President Lula, die afgelopen jaar zijn belangrijkste ministers is kwijtgeraakt in de nasleep van het corruptieschandaal, is daarmee in een nog moeilijkere en geïsoleerde positie gebracht dan hij al was.

maandag, april 03, 2006

PALOCCI WORDT AANGEKLAAGD

SÃO PAULO, 03/04/2006 – De Braziliaanse federale politie heeft aangegeven dat het de oud-minister van financiën van de regering Lula, Antonio Palocci, zal aanklagen voor illegale breuk van het bankgeheim. Daarmee is Palocci in één jaar tijd veranderd van de meest bewierookte minister van de regering tot het symbool van de corruptie en het machtsmisbruik.

Palocci is vorige week gedwongen afgetreden na ernstige verdenkingen dat hij verantwoordelijk was voor de illegale breuk van het bankgeheim van Francenildo Costa, een conciërge die een belastende getuigenis tegen hem had afgelegd. Hoewel de oud-minister nog steeds ontkent een rol te hebben gespeeld in de affaire, is uit diverse verklaringen van hoge functionarissen gebleken dat Palocci orders heeft gegeven om de bankgegevens van de conciërge openbaar te maken.

Francenildo verklaarde begin maart dat hij de toenmalige Braziliaanse minister van Financiën diverse malen heeft gezien in het zogenaamde ‘lobbyhuis’, een luxueuze villa in de hoofdstad Brasilia waar uitbundige feesten werden georganiseerd tussen de minister en vertegenwoordigers van diverse belangengroepen. Uit de gelekte bankgegevens blijkt dat vlak voor zijn getuigenis grote sommen geld zijn gestort op de bankrekening van de conciërge.

Uit een artikel in de krant Folha de São Paulo gisteren, blijkt dat Palocci, zelfs nadat zijn pogingen om de conciërge in diskrediet te brengen faliekant waren mislukt, volhardde in zijn hoogst dubieuze politieke methodes. Toen bleek dat de lek averechts had gewerkt heeft Palocci verschillende mensen ‘aangespoord’ om de schuld alleen op zich te nemen. Functionarissen van de bank Caixa Econômica Federal, waar de rekeningen van de conciërge lopen, zouden met dat doel één miljoen Braziliaanse real zijn aangeboden. In het huidige, explosieve politieke klimaat in Brazilië, bleek echter niemand bereid om voor Palocci als zondebok te dienen.